In deze zaak gaat het om de verantwoordingsplicht van een budgethouder met betrekking tot de besteding van een toegekend Persoonsgebonden Budget (pgb) in het kader van beschermingsbewind. De appellante, Zeker Financiële Zorgverlening B.V., is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. als eiseres was opgetreden. De kantonrechter had beslist dat Zeker, als bewindvoerder van de onder bewind gestelde [X], aansprakelijk was voor de terugvordering van onterecht ontvangen pgb-bedragen. De zaak draait om de vraag of Zeker voldoende verantwoording heeft afgelegd over de besteding van het pgb en of Zilveren Kruis ontvankelijk is in haar vordering. Het hof oordeelt dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor het afleggen van verantwoording over de besteding van het pgb, ook voor bedragen die zijn verstrekt vóór de onderbewindstelling. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter voor zover het betreft de terugvordering van het pgb voor het jaar 2013, maar bekrachtigt de beslissing voor het jaar 2014. Het hof compenseert de proceskosten in hoger beroep.