ECLI:NL:GHAMS:2019:1929
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake loonvordering en herplaatsing bij DHL Global Forwarding (Netherlands) B.V.
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door DHL Global Forwarding (Netherlands) B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. De kantonrechter had geoordeeld dat DHL ten onrechte de loondoorbetaling aan de werknemer, [geïntimeerde], had stopgezet. De werknemer was sinds 1 september 2007 in dienst bij DHL en had de functie van Operational Account Specialist. Na het vervallen van zijn functie op 6 juli 2018, heeft DHL per 1 september 2018 de betaling van zijn loon gestaakt, wat leidde tot het kort geding. De kantonrechter heeft DHL veroordeeld tot doorbetaling van het loon en andere emolumenten, te vermeerderen met wettelijke rente.
DHL heeft in hoger beroep de zaak doorgehaald, maar [geïntimeerde] heeft verzocht om arrest. Het hof heeft geoordeeld dat DHL niet-ontvankelijk is in het principale hoger beroep, omdat DHL haar grieven niet handhaaft. In het incidentele hoger beroep heeft [geïntimeerde] zijn eis gewijzigd en verzocht om betaling van achterstallig loon en een verbod op herplaatsing. Het hof heeft geoordeeld dat [geïntimeerde] ontvankelijk is in zijn vorderingen en heeft de vordering tot betaling van het achterstallige loon toegewezen. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd en DHL veroordeeld in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de afstemmingsregel, waarbij de rechter in kort geding zijn uitspraak dient af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, en de omstandigheden waaronder hiervan kan worden afgeweken. Het hof heeft in dit geval geen aanleiding gezien om van deze regel af te wijken, waardoor de vordering van [geïntimeerde] is toegewezen.