Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Antwoord vraag 1, 2 en 3:
3.Geschil in hoger beroep en incidenteel hoger beroep
Belanghebbende meent van niet en bepleit om die reden in haar in incidenteel hoger beroep een verdere verlaging van de WOZ-waarde tot op € 289.000. De heffingsambtenaar betwist belanghebbendes standpunt.
De heffingsambtenaar beantwoordt die vraag bevestigend en bepleit vernietiging van de rechtbankuitspraak en handhaving van de uitspraak op bezwaar. Belanghebbende beantwoordt die vraag ontkennend en bepleit om die reden, conform het oordeel van de rechtbank, verlaging van de WOZ-waarde tot € 296.000.
Belanghebbende beantwoordt die vraag in haar incidenteel hoger beroep bevestigend, de heffingsambtenaar ontkennend.
4.Het oordeel van de rechtbank
Heeft de heffingsambtenaar aannemelijk gemaakt dat de waarde niet te hoog is?
5.Beoordeling van het geschil
Afkopen index op de canon (toeslag van 25% = factor 1,25 in de berekening)
stant worden gemaakt, en daarna ook contant worden gemaakt.
Contant maken/Disconteringsvoet
- voor [B-straat 1] : € 12.474
- voor [B-straat 2] : € 12.474 en
- voor [C-straat 1] : € 11.665.
- voor [B-straat 1] : € 2.034
- voor [B-straat 2] : € 2.034 en
- voor [C-straat 1] : € 1.585.
Vaststaat dat de erfpachtcorrecties van de vergelijkingsobjecten ook aldus zijn berekend (zie 5.2.3).
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de rechtbankuitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.