ECLI:NL:GHAMS:2019:2800
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vrijspraak en ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in vervolging van vreemdeling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1953 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder vrijgesproken van een tenlastelegging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte hoger beroep heeft ingesteld tegen deze vrijspraak, maar dat volgens artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering geen hoger beroep openstaat tegen een vrijspraak. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak.
Daarnaast was er een tenlastelegging tegen de verdachte voor het verblijven in Nederland als vreemdeling, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij ongewenst was verklaard. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. De advocaat-generaal had gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zou worden verklaard in de vervolging van de verdachte. Het hof overwoog dat de beantwoording van een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie van de Europese Unie essentieel was voor de beoordeling van de zaak. Gezien de tijd die verstreken was sinds de tenlastelegging en het geringe strafrechtelijke belang, heeft het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging.
De beslissing van het hof houdt in dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep tegen de vrijspraak en dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte voor het onder 2 ten laste gelegde feit. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters J.J.I. de Jong, W.M.C. Tilleman en T. Blom zitting hadden.