ECLI:NL:GHAMS:2019:291
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Voeging van zaken in hoger beroep met betrekking tot Solidiam N.V. en [X]
In deze tussenuitspraak van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 5 februari 2019, wordt de incidentele vordering tot voeging van twee zaken behandeld. De zaak betreft Solidiam N.V., appellante in de hoofdzaak en verweerster in het incident, en [X], geïntimeerde in de hoofdzaak en eiser in het incident. Solidiam is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, gewezen op 21 maart 2018, waarin [X] als eiser optrad tegen Solidiam en andere gedaagden. De vordering tot voeging is ingediend door [X], die stelt dat de zaken verknocht zijn. Solidiam heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over deze vordering.
Het hof heeft vastgesteld dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt voldaan, en heeft besloten de zaken te voegen. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 19 februari 2019 voor beraad partijen, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof en ondertekend door de rechters.