Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep ten aanzien van feit 5
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 05 maart 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard OF terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
hij op of omstreeks 05 maart 2014 te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens artikel 2.9 lid 2 onder a van de Algemene Plaatselijke Verordening, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door de Burgemeester van Amsterdam, die was belast met de uitoefening van enig toezicht en / of die was belast met en / of bevoegd verklaard tot het opsporen en / of onderzoeken van strafbare feiten, immers heeft verdachte toen en daar opzettelijk, nadat deze ambtenaar hem had bevolen, althans van hem had gevorderd om zich uit het dealeroverlastgebied (DOG)1, althans uit een door de burgemeester aangewezen gebied, te verwijderen en zich daar gedurende 14 dagen niet meer te bevinden, geen gevolg gegeven aan dit bevel of die vordering.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 22 september 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen een of meer fiets(en), geheel of ten dele toebehorende aan een of meer onbekend gebleven personen, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
hij op of omstreeks 22 september 2013 en/of op of omstreeks 9 november 2013 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard OF terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie feit 1 en 4
Bewezenverklaring
hij op 5 maart 2014 te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel krachtens artikel 2.9 lid 2 onder a van de Algemene Plaatselijke Verordening, gedaan door de Burgemeester van Amsterdam, die was belast met de uitoefening van enig toezicht, immers heeft verdachte toen en daar opzettelijk, nadat deze ambtenaar hem had bevolen om zich uit het dealeroverlastgebied (DOG)1 te verwijderen en zich daar gedurende 14 dagen niet meer te bevinden, geen gevolg gegeven aan dit bevel.
hij op 22 september 2013 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een fiets toebehorende aan een onbekend gebleven persoon, met zijn mededader,