ECLI:NL:GHAMS:2019:3275

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2019
Publicatiedatum
9 september 2019
Zaaknummer
23-000360-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep van diefstal met betrekking tot goederen van winkelbedrijf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal van goederen ter waarde van circa € 94,89, die toebehoorden aan een winkelbedrijf. De tenlastelegging betrof het wegnemen van lampen, lakens en etenswaren op of omstreeks 25 oktober 2018 in Amsterdam. Tijdens de zitting in hoger beroep op 26 augustus 2019 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken. Het hof heeft de omstandigheden waaronder de diefstal zou hebben plaatsgevonden zorgvuldig overwogen. De verdachte heeft herhaaldelijk toegelicht dat hij niet de intentie had om de goederen wederrechtelijk toe te eigenen. Het hof concludeert dat er niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de verdachte het oogmerk had om de goederen te stelen. Daarom heeft het hof besloten om de verdachte het voordeel van de twijfel te geven. Het vonnis van de politierechter is vernietigd, en de verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000360-19
datum uitspraak: 9 september 2019
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 28 januari 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-212177-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1960,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 26 augustus 2019.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 oktober 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meer (let)lamp(en) en/of (hoes)laken(s) en/of etenswa(a)r(en) (met een totale waarde van circa € 94,89), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan winkelbedrijf [winkel], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden vrijgesproken.

Vrijspraak

Het hof is van oordeel dat mede gelet op de telkens gegeven toelichting van de verdachte van de omstandigheden waaronder het ten laste gelegde plaatsvond niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat de verdachte het oogmerk had om zich de producten wederrechtelijk toe te eigenen, zodat de verdachte het voordeel van de twijfel moet krijgen. Gelet hierop is het hof met de advocaat-generaal als de raadsman van oordeel dat niet is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. H.A. van Eijk en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van
A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 9 september 2019.
mr. H.A. van Eijk en mr. B.A.A. Postma zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]