In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor het in bezit hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie, gepleegd op 15 juli 2017 te Alkmaar. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een zwaardere straf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 50 uren. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, wat een ernstige overtreding van de Wet wapens en munitie is. De verdachte had geprobeerd het vuurwapen een horecagelegenheid binnen te smokkelen, wat de ernst van de zaak vergroot. Het hof heeft de eerdere straf van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden en een taakstraf van 50 uren. Tevens is de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke taakstraf gelast, omdat de verdachte zich tijdens de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt.