In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 september 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X BV] tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Schagen. De zaak betreft de leges die door de heffingsambtenaar in rekening zijn gebracht voor het in behandeling nemen van een aanvraag omgevingsvergunning. De heffingsambtenaar had op 29 maart 2016 een bedrag van € 132.403,45 aan leges opgelegd, welke handhaving door de rechtbank Noord-Holland in een eerdere uitspraak werd bevestigd. Belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. A. Glijnis, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 3 september 2019 hebben partijen een compromis bereikt, waarbij belanghebbende slechts de helft van het oorspronkelijke bedrag, € 66.201,72, verschuldigd is, mits dit bedrag voor 10 september 2019 wordt betaald. Indien dit bedrag niet tijdig wordt betaald, is belanghebbende alsnog het volledige bedrag van € 132.403,45 verschuldigd. Het Hof heeft het hoger beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de kennisgeving leges verminderd tot het overeengekomen bedrag. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.024 vastgesteld voor de rechtsbijstand in hoger beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot cassatie binnen zes weken na verzenddatum.