Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
De appeldagvaarding bevat de grieven.
2.2. Feiten
“(…)
c) de hulp- en/of zorgvraag van de cliënt zich naar de aard en omvang zodanig ontwikkelt dat van W&G (lees: Leger des Heils; hof) redelijkerwijs niet verwacht kan worden dat hulp en/of zorg wordt verleend zoals genoemd in deze overeenkomst;
d) één of meer voor de cliënt uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk is nagekomen;
e) sprake is van een andere gewichtige reden, zoals onder meer agressief gedrag of (seksuele) intimidatie door de cliënt jegens de medewerker(s) of andere cliënten (…) of het plegen van een strafbaar feit door de cliënt.”
3.Beoordeling
Alles overziend komt ook het hof tot de slotsom dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter een vordering tot ontruiming van [appellant] zal toewijzen.