ECLI:NL:GHAMS:2019:3561
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest in hoger beroep met betrekking tot civiele procedure en comparitie van partijen
In deze zaak, geregistreerd onder zaaknummer 200.265.177/01, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 september 2019 een tussenarrest gewezen in een hoger beroep. Appellanten hebben hoger beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen in de civiele procedure. De zaak betreft een geschil tussen de appellanten, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. S.L. Fronik, en de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. M.C. Jonkman. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Tijdens deze comparitie kunnen ook zaken als mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen.
Het hof heeft bepaald dat partijen in persoon, of vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. D.J. van der Kwaak. De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum van de comparitie zal vaststellen. Tevens moeten appellanten binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier indienen bij het hof. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot na de comparitie.