Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
€ 10.822,11 netto. In de toelichting bij de toekenningsbeschikking is vermeld onder het subkopje “Verantwoorden”: “Een van de plichten die hoort bij het PGB, is het verantwoorden”.
attentie mijn postadres is: [adres 3] ”en bij de ondertekening : “
Attentie: graag mijn postadres [adres 3] in uw bestand opnemen”. Op het tweede formulier is naast de persoons- en adresgegevens vermeld: “
Postadres: [adres 3] ”.Op de genoemde vermeldingen op de formulieren heeft [appellante] noch ter gelegenheid van de comparitie van partijen in eerste aanleg (waarvan het proces-verbaal zich bij de gedingstukken bevindt), noch bij memorie van grieven, gereageerd. Er mag daarom van worden uitgegaan dat de vermeldingen door [appellante] , die de formulieren heeft ondertekend, daarop zijn geplaatst. Gezien de herhaalde vermeldingen op de verantwoordingsformulieren van het adres [adres 3] als haar postadres en het verzoek van [appellante] dit adres in haar bestand op te nemen, mocht Zilveren Kruis redelijkerwijs aannemen dat [appellante] op dit adres door Zilveren Kruis kon worden bereikt (vgl. HR 14 juni 2013, NJ 2013/391). Dat betekent dat er ook van mag worden uitgegaan dat de twee beschikkingen van 7 september 2017 [appellante] hebben bereikt. [appellante] betwist immers niet dat Zilveren Kruis de terugvorderingsbeschikkingen heeft verzonden naar het adres [adres 3] , het op de begeleidende brief bij de beschikkingen vermelde adres en evenmin dat deze daar zijn aangekomen.