Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
“Hij was altijd ’s avonds en ’s nachts bezig. Veel ruzie, veel lawaai, harde tv. (…) Toen wij daar kwamen wonen[2009/2010, hof]
woonde hij daar al. Dus al heel lang (…) Hij was er altijd. We hoorden en zagen hem dagelijks. Hij kluste in huis en tuin, altijd ’s avonds. Hij bracht de kinderen naar sport en zwemles. Hij deed samen met haar de boodschappen met de auto en als we weleens aanbelden en de kinderen open deden riepen ze altijd hun vader erbij.”[appellant] heeft onvoldoende gemotiveerd waarom aan deze verklaring geen bewijskracht toekomt. De uitspraak van de rechtbank van Almaar van 4 maart 2010, waar [appellant] op wijst ter onderbouwing van zijn betoog dat er met sommige getuigen wonend aan de [naam straat] , onder wie [C] , een gespannen relatie bestond, dateert al van ruim 7 jaar voordat de door Woonwaard ingebrachte getuigenverklaringen zijn afgenomen, nog daargelaten dat een (eventuele en) louter gespannen relatie met een of meer getuigen op zichzelf bezien niet meebrengt dat zij onwaar zouden verklaren. Dat er recentelijk conflicten met [C] zijn geweest is daarbij onvoldoende gemotiveerd gesteld. De door [appellant] ingebrachte foto van een beschadigde schutting kan niet in verband worden gebracht met getuige [C] . Verder staat het feit dat [C] in maart 2017 is verhuisd er niet aan in de weg dat hij kan getuigen over de periode daarvoor. Opzichter [F] heeft onder meer verklaard:
“Ja, ik kom daar[op het adres van [X] ]
al door de jaren heen. Eind vorig jaar en begin dit jaar wat vaker in verband met schilderwerkzaamheden. Ik kom al heel lang op dat adres dus ik ken de familie [X] al een hele tijd. (…) Het is daar vrij vol in de woning. Daar wonen mevrouw en meneer [X] met, ik denk, 4 kinderen. (…) Als ik in de wijk ben zie ik hem ook vaak in en rond de woning. Laatst zag ik dat hij de ramen aan het lappen was.”[appellant] heeft niet gemotiveerd waarom geen geloof kan worden gehecht aan de verklaring van [F] , die [appellant] ook alledaagse klussen, zoals het lappen van ramen, heeft zien doen. Ook al is het zo dat geen van de omwonenden van de woning van [X] noch opzichter [F] uit eigen waarneming heeft kunnen verklaren dat [appellant] bij [X] de hele nacht overnachtte, dit neemt niet weg dat drie omwonenden van het gehuurde (Faye [B] , [D] en een anonieme getuige) hebben verklaard [appellant] (bijna) nooit bij het gehuurde te hebben gezien. [appellant] heeft niet voldoende gemotiveerd waarom aan deze laatste drie verklaringen geen bewijskracht toekomt. Hiertegenover heeft [appellant] , geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen (afgezien van de hierboven reeds besproken foto’s) die op het tegendeel zouden kunnen duiden. Dat de buschauffeur en meerdere omwonenden aan de [naam straat] hebben verklaard dat de jongste zoon elke dag wordt opgehaald bij de woning van [X] is in die zin relevant dat als [appellant] had kunnen aantonen dat zijn jongste zoon wel in het gehuurde zou wonen, dit een aanwijzing had kunnen zijn dat ook [appellant] hoofdverblijf heeft in het gehuurde. Dit heeft hij evenwel niet gesteld. Niet relevant daarentegen is de stelling van [appellant] dat getuigen hebben verklaard dat er de laatste jaren minder ruzies zijn aan het adres van [X] . [appellant] heeft immers nagelaten te motiveren waarom die ruzies juist in verband zouden staan met zijn aanwezigheid op dat adres.