ECLI:NL:GHAMS:2019:4100

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2019
Publicatiedatum
14 november 2019
Zaaknummer
200.268.222/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake civiele zaak met comparitie van partijen

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder in de onderhavige zaak zijn gewezen. De zaak is op de rol ingeschreven en de geïntimeerden zijn bij advocaat verschenen. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Hierbij kunnen ook onderwerpen zoals mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen aan de orde komen.

De comparitie zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam, waarbij partijen in persoon of vertegenwoordigd door een bevoegde persoon moeten verschijnen. Het hof heeft bepaald dat partijen binnen twee weken hun verhinderdagen moeten opgeven, waarna de datum van de comparitie zal worden vastgesteld. Tevens is bepaald dat appellanten uiterlijk vier weken na heden een kopie van het volledige procesdossier in tweevoud moeten indienen bij het hof. De stukken waarop partijen zich willen beroepen, dienen uiterlijk twee weken voor de comparitie in kopie te worden overgelegd aan het hof en de wederpartij.

Het arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 12 november 2019 in aanwezigheid van de griffier. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de zaak nog niet definitief is afgerond en verdere stappen zullen volgen na de comparitie.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.268.222/01
zaaknummer rechtbank : C/15/284177/HA ZA 19-78
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 12 november 2019
inzake
[appellante sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[appellante sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. J.P. Groen te HOORN NH,
tegen
[geïntimeerde sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. P.F.M. Deijkers te HOORN NH.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerden aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerden voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerden zijn bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een comparitie van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. L.A.J. Dun, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 26 november 2019 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de comparitie zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de comparitie meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de comparitie na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de comparitie de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 12 november 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.