Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Bewijsoverwegingen primair ten laste gelegde
Bewezenverklaring
Bewijsmiddelen
verdachte:
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
first offenderdient te worden aangemerkt, dat de reclassering het recidiverisico als matig inschat, dat de verdachte openstaat voor hulp en dat hij in behandeling is bij een psycholoog. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou tot gevolg hebben dat de verdachte zijn baan verliest, hetgeen niet alleen verstrekkende gevolgen heeft voor de verdachte, maar ook direct zijn verdiencapaciteit raakt en daarmee de mogelijkheid om de kosten van de benadeelde partij te vergoeden.
first offenderzal beschouwen.
first offenderbetreft.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
materiële schadead € 4.228,46, te weten:
immateriële schadead € 10.000,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 11.156,44 (elfduizend honderdzesenvijftig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 4.156,44 (vierduizend honderdzesenvijftig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€72,02 (tweeënzeventig euro en twee cent).
€ 11.156,44 (elfduizend honderdzesenvijftig euro en vierenveertig cent) bestaande uit € 4.156,44 (vierduizend honderdzesenvijftig euro en vierenveertig cent) materiële schade en € 7.000,00 (zevenduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.