Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
De omvang van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 19 januari 2014 in de gemeente Ede, toen (een) aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar, te weten [slachtoffer] , hoofdagent van Politie Gelderland-Midden, verdachte op verdenking van het overtreden van artikel 4.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening te Ede (wildplassen) en/of het overtreden van artikel 2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Ede (uitdagend gedrag die aanleiding geven tot onregelmatigheden), in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, op heterdaad ontdekt, had aangehouden en/of vastgegrepen, althans vast had teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een politiebureau te Ede, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening:
hij op of omstreeks 19 januari 2014 in de gemeente Ede, een ambtenaar, te weten [slachtoffer] , hoofdagent van Politie Gelderland-Midden, gedurende en/of ter zake de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld, door die [slachtoffer] , na aanhouding vast te pakken (bij zijn middel en/of been) waarna een worsteling is ontstaan en/of waarbij/waardoor beiden ten val zijn gekomen (al dan niet door het optillen van [slachtoffer] ) en/of waarbij verdachte bovenop die [slachtoffer] terecht is gekomen en/of waardoor/waarbij het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] met kracht tegen de grond aan is/zijn gekomen,
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks19 januari 2014 in de gemeente Ede, een ambtenaar, te weten [slachtoffer] , hoofdagent van Politie Gelderland-Midden, gedurende
en/of ter zakede rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld, door zijn hand tussen de benen van die [slachtoffer] te steken/brengen
/doenen
/ofvervolgens
(met kracht)het scrotum van die [slachtoffer] vast te pakken/grijpen
en/of (hard) in diens scrotum te knijpen.
hij op
of omstreeks19 januari 2014 in de gemeente Ede, toen
(een
)aldaar in uniform geklede dienstdoende politieambtenaar, te weten [slachtoffer] , hoofdagent van Politie Gelderland-Midden, verdachte op verdenking van
het overtreden van artikel 4.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening te Ede (wildplassen) en/ofhet overtreden van artikel 2.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Ede (uitdagend gedrag die aanleiding geven tot onregelmatigheden),
in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit,op heterdaad ontdekt, had aangehouden
en/of vastgegrepen, althans vast had teneinde hem ten spoedigste voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en hem daartoe over te brengen naar een politiebureau te Ede, zich met geweld heeft verzet tegen bovengenoemde opsporingsambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening:
(bij zijn middel en/of been)waarna een worsteling is ontstaan
en/of
/waardoorbeiden ten val zijn gekomen
(al dan niet door het optillen van [slachtoffer] )en
/of
/of
waardoor/waarbij het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer] met kracht tegen de grond aan is/zijn gekomen,
althans enig lichamelijk letsel,te weten een
(zware
)hersenschudding en
/ofeen blijvende hersenbeschadiging heeft bekomen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepassing artikel 423 vierde lid van het Wetboek van Strafvordering
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden, waarvan een gedeelte, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.