Bij vonnis van 31 mei 2019 (kenmerk KKI9-422) heeft de kantonrechter te
Amsterdam de vorderingen van Kalverpassage als prematuur afgewezen. Daarbij heeft de kantonrechter onder meer het volgende overwogen:
‘9. Voor wat betreft de situatie vanaf 1 juli 2019 wordt als volgt overwogen. Het ligt
op de weg van HBC als goed huurder om Kalverpassage voldoende concreet te
informeren over haar plannen voor de toekomstige exploitatie tot 1 september 2022. De wijze waarop de exploitatieverplichting van HBC in de huurovereenkomst is geformuleerd (zie 1.3), de korte termijn die resteert tot de sluiting van de Saks OFF 5th winkel, en het het zwaarwegende belang van Kalverpassage bij het voorkomen van (langdurige) leegstand (zie 8.) leiden ertoe dat van HBC mag worden verwacht dat zij Kalverpassage actief en op eigen initiatief van informatie voorziet, zo nodig vragen beantwoordt en in voldoende mate hij de ontwikkeling van haar plannen voor de exploitatie vanaf 1 juli 2019 betrekt.
Partijen zijn na de mondelinge behandeling alsnog in overleg getreden. Dat overleg
heeft tot op heden niet tot resultaat geleid. HBC heeft een tipje van de sluier gelicht wat betreft haar plannen inzake mogelijke onderverhuur aan derden en/of inrichting van een Hudson Bay outletwinkel. Hoe serieus die plannen zijn is daaruit thans echter niet af te leiden. Kalverpassage heeft er als verhuurder recht op voldoende betrokken te worden bij de toekomstplannen van HBC, mede zodat zij zelfstandig kan beoordelen of en in hoeverre, HBC haar exploitatieverplichting vanaf 1 juli 2019 zal kunnen nakomen, en in staat zal zijn tijdig maatregelen te nemen teneinde vermijdbare leegstand te voorkomen en/of schade zoveel mogelijk te beperken.” ( …)
11. Gelet op hetgeen onder 10. is overwogen is voorshands onvoldoende aannemelijk
dat HBC op dit moment haar exploitatieverplichting niet nakomt. Dat zij op dit punt
tekort zal schieten vanaf 1 juli 2019 is thans nog onvoldoende duidelijk. Het toewijzen
van de vordering gericht op de situatie na sluiting van de Saks OFF 5th winkel is
prematuur en zal kunnen leiden tot onwenselijke executiegeschillen. Wel dient HBC zich te realiseren dat op haar de plicht rust Kalverpassage in een zo vroeg mogelijk stadium naar behoren te informeren en Kalverpassage voor zoveel nodig te betrekken bij de ontwikkeling van de toekomstplannen voor de exploitatie van het gehuurde, zie ook hetgeen hiervoor onder 9 is overwogen.