In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 6 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 april 2018. De verdachte, geboren in Pakistan in 1969, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor fraude met bijstandsuitkeringen en toeslagen. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk nalaten van het verstrekken van noodzakelijke gegevens aan de Belastingdienst Toeslagen, de SVB en de gemeente Amsterdam, waardoor hij onterecht uitkeringen ontving. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 7 juni 2012 tot en met 28 februari 2017, zowel in Nederland als in Groot-Brittannië, zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door niet te melden dat hij en zijn partner niet meer in Nederland woonden en dat hij inkomsten uit eigen onderneming had. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de gevolgen voor de sociale zekerheid.