ECLI:NL:GHAMS:2019:499

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 februari 2019
Publicatiedatum
21 februari 2019
Zaaknummer
200.252.316/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding inzake D&F Partners B.V. tegen [geïntimeerde]

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door D&F Partners B.V. tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. D&F Partners, gevestigd te Beverwijk, is de appellante in de hoofdzaak en eiseres in het incident. De advocaat van D&F Partners is mr. H.D. Wind te Amsterdam. De geïntimeerde, die woont te [woonplaats], is verweerder in het incident en wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. T.G. Gijtenbeek te Amsterdam. De zaak is aanhangig gemaakt door D&F Partners via een dagvaarding op 18 december 2019, waarbij zij in hoger beroep is gekomen van het vonnis in verzet van de kantonrechter, dat op 4 december 2018 is gewezen. D&F Partners verzoekt het hof om het bestreden vonnis te vernietigen en haar ontvankelijk te verklaren in het verzet, met toewijzing van haar vorderingen, ook in reconventie, en veroordeling van de geïntimeerde in de kosten van beide instanties. De geïntimeerde heeft hierop geantwoord en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van D&F Partners in haar incidentele vordering, met verzoek om veroordeling in de kosten. Het hof heeft besloten om de vordering van D&F Partners in het incident af te wijzen en de beslissing over de proceskosten aan te houden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 5 maart 2019 voor beraad tussen partijen. Het arrest is gewezen door de meervoudige burgerlijke kamer op 19 februari 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.252.316/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/276193 / KG ZA 18-524
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 februari 2019
inzake
D&F Partners B.V.,
gevestigd te Beverwijk,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. H.D. Wind te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
advocaat: mr. T.G. Gijtenbeek te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna D&F Partners en [geïntimeerde] genoemd.
D&F Partners is bij dagvaarding van 18 december 2019 in hoger beroep gekomen van het vonnis in verzet in kort geding van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), van 4 december 2018 (hierna: het bestreden vonnis), (onder voormeld zaak-/rolnummer) gewezen tussen D&F Partners eiseres in het verzet/eiseres in reconventie en [geïntimeerde] als gedaagde in het verzet/verweerder in reconventie.
De appeldagvaarding, met producties, bevat de grieven en een incidentele vordering strekkende tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis waarvan verzet, bij verstek gewezen door de kantonrechter in kort geding op 7 augustus 2018 (hierna: het verstekvonnis) – naar het hof begrijpt - op de voet van artikel 351 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
In de hoofdzaak concludeert D&F Partners tot vernietiging van het bestreden vonnis, haar alsnog ontvankelijk te verklaren in het verzet en haar vorderingen, ook in reconventie, alsnog toe te wijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties, een en ander uitvoerbaar bij voorraad.
[geïntimeerde] heeft hierop in het incident geantwoord en geconcludeerd dat het hof D&F Partners niet-ontvankelijk verklaart in haar incidentele vordering, althans de incidentele vordering zal afwijzen dan wel ongegrond zal verklaren, met veroordeling – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad – van D&F Partners in de (na)kosten van het incident.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.
Vanwege de spoedeisendheid van de zaak zal het hof uitspraak doen door middel van een kop staart arrest en zal de motivering van de beslissing zo spoedig mogelijk volgen.

2.Beoordeling (volgt later)

3.Beslissing

Het hof:
in het incident:
wijst de vordering van D&F Partners af;
houdt de beslissing over de proceskosten aan totdat in de hoofdzaak eindarrest zal worden gewezen;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 5 maart 2019 voor beraad partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.J.M. Smit, J.C.W. Rang en C.C. Meijer en is door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2019.