In deze zaak gaat het om een poging tot zware mishandeling waarbij de verdachte, die herstellende was van een hersenbloeding, een verpleegkundige een kopstoot heeft gegeven. Dit voorval vond plaats op 23 oktober 2017 in Amsterdam. De verdachte was ontevreden over de medicatie die hij ontving en reageerde agressief. De verpleegkundige raakte door de kopstoot bewusteloos en liep een zware hersenschudding op. Het hof oordeelt dat de kopstoot van dusdanige kracht was dat deze geacht kan worden opzettelijk en doelbewust te zijn gegeven, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van opzet op zware mishandeling. Het verweer van de raadsman, dat de verdachte door zijn hersenbloeding niet in staat zou zijn geweest om opzettelijk te handelen, wordt verworpen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de politierechter en legt een gevangenisstraf van acht weken op, waarbij ook de tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde straf wordt gelast. De verdachte wordt schuldig bevonden aan de poging tot zware mishandeling, en het hof rekent het hem zwaar aan dat hij een zorgverlener op deze manier heeft behandeld, wat ook gevolgen heeft gehad voor de veiligheid van het personeel in het ziekenhuis.