ECLI:NL:GHAMS:2019:564

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 februari 2019
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
23-004411-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal in vereniging met betrekking tot een fles wijn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1985, was beschuldigd van diefstal in vereniging van een fles wijn op 30 september 2017 te Schiphol. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en het bewezen verklaarde als diefstal door twee of meer verenigde personen gekwalificeerd. De verdachte had samen met een medeverdachte de fles wijn in een rugzak gestopt en was vervolgens door een handhaver aangesproken. Het hof oordeelde dat de gedragingen van de verdachte duiden op het plegen van winkeldiefstal, waarbij de verdachte en zijn medeverdachte samen opereerden. De verdachte werd eerder veroordeeld voor winkeldiefstallen, wat in zijn nadeel weegt. Gezien de ernst van het feit en de recidive, legde het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken op. De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004411-17
datum uitspraak: 25 februari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 5 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-192722-17 tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 30 september 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles wijn, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd wegens proceseconomische redenen.

Bewijsoverweging

De advocaat-generaal stelt zich op het standpunt dat sprake is van een voltooide winkeldiefstal. De spullen zijn uit de macht en heerschappij van de eigenaar van de winkel gehaald door de fles wijn in de rugzak te plaatsen en deze vervolgens dicht te ritsen.
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken nu er geen sprake is van een voltooid delict nu de verdachte de winkel nog niet had verlaten en hij niet van plan was de fles wijn mee te nemen zonder deze af te rekenen. Er is volgens de raadsman geen sprake van wegnemen.
Het hof overweegt als volgt.
Uit de door het hof gebezigde bewijsmiddelen volgt dat de verdachte en de medeverdachte zich samen in de [bedrijf] te Schiphol bevonden. Daar heeft de medeverdachte een fles wijn gepakt en deze in de rugzak gestopt van de verdachte. Vervolgens is deze rugzak dichtgeritst. Uit de beschrijving van de uitgekeken camerabeelden, zoals deze is opgenomen in het proces-verbaal van bevindingen, blijkt dat de verdachte met die rugzak richting de uitgang is gaan lopen en op de rand van de winkel – het hof begrijpt: waar het winkeloppervlak grenst aan het algemene gebied daarbuiten – door een handhaver is aangesproken.
Naar het oordeel van het hof duiden de gedragingen van de verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm op het plegen van een winkeldiefstal waarbij de verdachten tezamen opereerden. De gedragingen van de verdachten zijn gericht op het wegnemen van de fles wijn. Door de fles wijn in de rugzak te stoppen en deze vervolgens dicht te ritsen hebben zij het goed uit de heerschappij van de winkeleigenaar onttrokken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 september 2017 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fles wijn, toebehorende aan [bedrijf];
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf.
De raadsman heeft verzocht de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal waarbij de verdachte en zijn mededader een fles wijn hebben weggenomen. Daarmee heeft hij geen respect betoond voor het eigendomsrecht van het betreffende winkelbedrijf en dit bedrijf overlast bezorgd.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 februari 2019 is hij eerder voor het plegen van winkeldiefstallen onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Vanwege de recidive en de ernst van het feit, namelijk het plegen van een diefstal in vereniging, kan alleen worden volstaan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van twee weken passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. E. van Die en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 februari 2019.
Mr. E. van Die is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
[…]