ECLI:NL:GHAMS:2019:570

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 februari 2019
Publicatiedatum
26 februari 2019
Zaaknummer
23-000146-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake winkeldiefstal in vereniging met toevoeging van artikel 63 Sr

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 15 januari 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van winkeldiefstal in vereniging. Het hof heeft het hoger beroep behandeld tijdens de zitting op 11 februari 2019, waarbij de advocaat-generaal een gevangenisstraf van één week heeft gevorderd voor de verdachte. De raadsvrouw heeft ook argumenten naar voren gebracht ter verdediging van de verdachte.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, dat betrekking heeft op de mogelijkheid van een voorwaardelijke straf. Dit betekent dat het hof het eerdere vonnis heeft onderschreven en de strafmaat niet heeft gewijzigd. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in het openbaar, en de griffier was aanwezig om de procedure te documenteren.

Het arrest is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van artikel 63 Sr in het kader van winkeldiefstal in vereniging verduidelijkt. Het hof heeft de argumenten van zowel de advocaat-generaal als de verdediging zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat het eerdere vonnis terecht was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000146-18
datum uitspraak: 25 februari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 15 januari 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-700187-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1967,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, onder toevoeging van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht aan de rubriek Toepasselijke wettelijke voorschriften.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het voorgaande.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. van Die, mr. H.A. van Eijk en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van D. de Jong, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 februari 2019.
Mr. E. van Die is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
[…]