ECLI:NL:GHAMS:2019:893
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over vergoeding verhuis- en inrichtingskosten in huurzaken
In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 7 november 2017, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 19 maart 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep tussen [X] B.V. en Victoria Hotel C.V. De zaak betreft de vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten na beëindiging van een huurovereenkomst. Het hof heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst terecht door de kantonrechter is beëindigd, waarbij het belang van Victoria Hotel bij beëindiging zwaarder weegt dan het belang van [X] bij voortzetting. Tijdens de comparitie is door [X] een verzoek gedaan om vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten, welke kosten door het hof zijn beoordeeld. [X] heeft een bedrag van € 128.207,05 exclusief btw opgevoerd voor ontruiming, verhuizing en inrichting, alsook een goodwillvergoeding van € 150.000,-- voor de overname van een nieuwe vestiging. Het hof heeft echter geoordeeld dat veel van de ingediende offertes niet zijn onderbouwd met facturen, waardoor de werkelijke kosten niet vaststaan. Het hof heeft uiteindelijk een vergoeding van € 10.000,-- voor verhuis- en inrichtingskosten toegewezen, rekening houdend met de lange duur van de huurovereenkomst van 27 jaar. Tevens heeft het hof Victoria Hotel in de gelegenheid gesteld om haar vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst in te trekken, alvorens verder te beslissen.