ECLI:NL:GHAMS:2020:1368
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van appellant in hoger beroep wegens het niet stellen van zekerheid voor proceskosten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 mei 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij de appellant niet-ontvankelijk is verklaard. Dit volgde op een tussenarrest van 25 februari 2020, waarin de appellant werd bevolen om uiterlijk op 24 maart 2020 zekerheid te stellen voor de proceskosten. De appellant, wonend in Iran, heeft echter geen zekerheid gesteld, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep. De advocaat van de geïntimeerde heeft het hof geïnformeerd dat de appellant niet tijdig aan de verplichting heeft voldaan. De appellant heeft verzocht om verlenging van de termijn voor het stellen van zekerheid, maar het hof oordeelde dat hij onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij door omstandigheden buiten zijn schuld niet in staat was om de gevraagde zekerheid te stellen. Het hof heeft de kosten van het hoger beroep, inclusief de kosten van het incident, voor rekening van de appellant gesteld. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor een memorie van grieven in het incidenteel appel door de geïntimeerde.