ECLI:NL:GHAMS:2020:1588
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor erkenning en benoeming bijzondere curator in familiezaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 7 april 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vervangende toestemming voor de erkenning van een minderjarige door de biologische vader. De zaak betreft een geschil tussen de moeder, de man (de echtgenoot van de moeder) en de vader van de minderjarige. De moeder en de man hebben in eerste aanleg een verzoek ingediend tot erkenning van de minderjarige, terwijl de vader vervangende toestemming heeft gevraagd voor zijn erkenning. De rechtbank Noord-Holland had eerder de bijzondere curator mr. E.C.H. de Leon benoemd, maar deze is inmiddels gepensioneerd. Het hof heeft mr. L. Scheffer benoemd als opvolgend bijzondere curator om de belangen van de minderjarige te behartigen.
De feiten van de zaak zijn complex en omvatten onder andere de communicatie tussen de ouders over de erkenning van de minderjarige, de afspraken die zijn gemaakt in een co-ouderschapsplan, en de rol van de Raad voor de Kinderbescherming. Het hof heeft vastgesteld dat de afstamming van de minderjarige een belangrijk onderdeel van het geschil is en dat de bijzondere curator een adviserende rol heeft gespeeld in de procedure. De uitspraak van het hof omvat ook de tijdelijke omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige, en de kostenveroordeling voor het DNA-onderzoek dat is uitgevoerd om de verwantschap vast te stellen.
Het hof heeft de verzoeken van de moeder en de man om de bestreden beschikking te vernietigen, alsmede de verzoeken van de vader om de omgangsregeling uit te breiden, in overweging genomen. De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot een later moment.