ECLI:NL:GHAMS:2020:1820
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenarrest in hoger beroep met betrekking tot civiele rechtszaak
In deze civiele zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 23 juni 2020 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep van appellant tegen de geïntimeerden. Appellant heeft hoger beroep ingesteld tegen een of meer vonnissen die eerder in deze zaak zijn gewezen. De zaak is op de rol ingeschreven en de geïntimeerden zijn bij hun advocaat verschenen. Het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling te gelasten, met als doel het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten.
Het hof heeft bepaald dat partijen, respectievelijk vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is tot het aangaan van een schikking, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. M.A. Wabeke. De zitting zal plaatsvinden in het Paleis van Justitie in Amsterdam op een nader te bepalen tijdstip. Partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven, waarna het hof de datum van de mondelinge behandeling zal vaststellen. Tevens is bepaald dat appellant binnen vier weken een kopie van het volledige procesdossier moet indienen bij het hof, en dat partijen uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling de stukken waarop zij zich willen beroepen, in kopie moeten overleggen aan het hof en de wederpartij. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan tot de mondelinge behandeling.