ECLI:NL:GHAMS:2020:2158
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- M.C. Schenkeveld
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderbewindstelling en verzoek tot opheffing van het bewind
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, waarbij het verzoek van de rechthebbenden tot opheffing van het bewind over hun goederen is afgewezen. De rechthebbenden, [verzoeker sub 1] en [verzoekster sub 2], hebben in september 2019 hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking. Het hof heeft hen in maart 2020 geïnformeerd over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de behandeling van hun zaak en hen de mogelijkheid geboden om schriftelijk af te doen. Beide partijen hebben ingestemd met deze schriftelijke afdoening.
De rechthebbenden stellen dat er geen noodzaak meer is voor het bewind, omdat zij in staat zijn hun rekeningen te betalen en over de benodigde vaardigheden beschikken. De bewindvoerder, Van Amerongen Bewindvoering B.V., heeft echter betoogd dat het niet verstandig is om het bewind op te heffen, gezien de kwetsbaarheid van de rechthebbenden en hun eerdere ervaringen met financiële problemen.
Het hof heeft de situatie van de rechthebbenden zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de gronden voor het bewind nog steeds aanwezig zijn. Ondanks dat er geen schulden meer zijn, blijkt uit de overgelegde e-mails dat de rechthebbenden nog steeds niet in staat zijn om hun vermogensrechtelijke belangen volledig zelf te behartigen. Het hof heeft daarom de beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, waarmee het verzoek tot opheffing van het bewind is afgewezen.