Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
grief Ikomt [appellant] onder andere op tegen de vaststelling onder 2.3. Volgens [appellant] zijn de feiten daar onvolledig weergegeven, waardoor een verkeerd beeld is gecreëerd. Het hof zal, voor zover van belang, bij de beoordeling hierop terugkomen. Voor het overige zijn de door de rechtbank vastgestelde feiten niet in geschil en dienen deze derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die volgen uit niet weersproken stellingen van partijen dan wel de niet (voldoende) bestreden inhoud van producties waarnaar zij ter staving van hun stellingen verwijzen, komen de feiten neer op het volgende.
‘Hierbij mijn akkoord voor de offerte (…)’.
3.Beoordeling
grieven I, II en IIIbetoogt [appellant] in de kern dat partijen een richtprijs en geen vaste prijs overeengekomen zijn. Artikel 7:752 lid 2 BW bepaalt in dat geval dat deze richtprijs met niet meer dan 10% mag worden overschreden, tenzij tijdig is gewaarschuwd voor de overschrijding om de opdrachtgever in de gelegenheid te stellen het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen. Dit is niet gebeurd, aldus [appellant] . [X] kan voor het meerwerk slechts aanspraak maken op 10% van de prijsindicatie, zijnde € 4.210,60 incl. btw, in plaats van het aan [appellant] in rekening gebrachte bedrag van € 16.896,59 incl. btw. Vanwege het te veel aan hem in rekening gebrachte meerwerk komt [appellant] € 12.685,99 incl. btw toe. Daarnaast heeft [appellant] minderwerk berekend op € 19.738,00 excl. btw en vordert hij terugbetaling daarvan.
grief IIIbetoogt [appellant] voorts dat voor uitleg aan de hand van het Haviltex-criterium van belang is dat hij niet moet worden beschouwd als een professioneel opererende partij, maar als een leek, aan wie meer bescherming moet worden toegekend.
grieven I, II en IIInog een post aan minderwerk opgevoerd. Volgens [appellant] is er minderwerk, onder meer omdat [X] minder manuren en materiaalkosten moet hebben gehad dan begroot. [appellant] heeft het minderwerk in redelijkheid geschat op een bedrag van € 19.738,00 excl. btw (€ 23.882,98 incl. btw), onder overlegging van een berekening en verschillende foto’s.
grief IVfaalt. [appellant] heeft geen concrete stellingen te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een andere beslissing zouden kunnen leiden. Zijn bewijsaanbod wordt daarom gepasseerd.