Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.GRANDVISION N.V.,
GRANDVISION RETAIL HOLDING B.V.,
GRANDVISION IT SERVICES B.V.,
GRANDVISION FINANCE B.V.,
GRANDVISION BENELUX B.V.,
Gerechtshof Amsterdam
Op 27 oktober 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een incident tot voeging als partij in een hoger beroep. De zaak betreft een vordering van HAL Optical Investments B.V. (HAL) om zich te voegen aan de zijde van GrandVision c.s. in de procedure tussen EssilorLuxottica S.A. (EssiLux) en GrandVision c.s. EssiLux was in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam, gewezen op 24 augustus 2020, waarin zij als eiseres was opgetreden tegen GrandVision c.s. als gedaagden. HAL, die in eerste aanleg mede-gedaagde was, heeft aangevoerd dat zij een groot belang heeft bij de uitkomst van de procedure en heeft daarom om voeging verzocht.
Tijdens de zitting hebben zowel EssiLux als GrandVision c.s. zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over de vordering tot voeging. Het hof heeft vastgesteld dat aan de eisen van artikel 217 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is voldaan en heeft de incidentele vordering van HAL tot voeging toegewezen. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.
Het hof heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 24 november 2020 voor het nemen van een memorie van antwoord door GrandVision c.s. en HAL. Het arrest is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van het hof.