ECLI:NL:GHAMS:2020:34
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Incident tot voeging van zaken in hoger beroep tussen Heineken Nederland B.V. en De Zwanen B.V.
In deze zaak heeft Heineken Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 3 oktober 2018, 28 november 2018 en 17 juli 2019. Heineken, als appellante en eiseres in het incident, heeft op 22 augustus 2019 een dagvaarding uitgebracht. In het incident heeft Heineken op basis van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gevorderd om de zaak te voegen met een andere aanhangige zaak tussen Ruysdael Vastgoed B.V. en Heineken. De Zwanen B.V., als geïntimeerde en verweerster in het incident, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Het hof heeft beoordeeld of aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. Heineken heeft aangevoerd dat beide zaken hetzelfde onderwerp betreffen en in eerste aanleg samen zijn behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de huurprijsvaststelling van dezelfde horecabedrijfsruimte aan de orde is, met vergelijkbare datum en maatstaven. Gezien deze overeenkomsten heeft het hof besloten de zaken te voegen.
De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 18 februari 2020 voor het nemen van een memorie van grieven door Heineken. Het hof heeft verder geen beslissingen genomen in deze fase van de procedure. Het arrest is uitgesproken in het openbaar door de meervoudige kamer op 7 januari 2020.