ECLI:NL:GHAMS:2020:34

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
7 januari 2020
Publicatiedatum
13 januari 2020
Zaaknummer
200.264.966/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot voeging van zaken in hoger beroep tussen Heineken Nederland B.V. en De Zwanen B.V.

In deze zaak heeft Heineken Nederland B.V. hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 3 oktober 2018, 28 november 2018 en 17 juli 2019. Heineken, als appellante en eiseres in het incident, heeft op 22 augustus 2019 een dagvaarding uitgebracht. In het incident heeft Heineken op basis van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gevorderd om de zaak te voegen met een andere aanhangige zaak tussen Ruysdael Vastgoed B.V. en Heineken. De Zwanen B.V., als geïntimeerde en verweerster in het incident, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.

Het hof heeft beoordeeld of aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. Heineken heeft aangevoerd dat beide zaken hetzelfde onderwerp betreffen en in eerste aanleg samen zijn behandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de huurprijsvaststelling van dezelfde horecabedrijfsruimte aan de orde is, met vergelijkbare datum en maatstaven. Gezien deze overeenkomsten heeft het hof besloten de zaken te voegen.

De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 18 februari 2020 voor het nemen van een memorie van grieven door Heineken. Het hof heeft verder geen beslissingen genomen in deze fase van de procedure. Het arrest is uitgesproken in het openbaar door de meervoudige kamer op 7 januari 2020.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.264.966/01
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 6290604 CV EXPL 17-7988
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 7 januari 2020
inzake
HEINEKEN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat: mr. Ch.Y.M. Moons te Amsterdam,
tegen
DE ZWANEN B.V.,
gevestigd te Haarlem,
geïntimeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat: mr. J.C.A. Stevens te Den Haag.
Partijen worden hierna Heineken en De Zwanen genoemd.

1.Het geding in hoger beroep

Heineken is bij dagvaarding van 22 augustus 2019 in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 oktober 2018, 28 november 2018 en 17 juli 2019, onder bovengenoemd zaak-/rolnummer gewezen tussen Heineken als eiseres en De Zwanen als gedaagde.
Bij incidentele conclusie heeft Heineken op de voet van artikel 222 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) voeging gevorderd van deze zaak met de bij dit hof onder zaaknummer [nummer] aanhangige zaak tussen Ruysdael Vastgoed B.V. als appellante en Heineken als geïntimeerde.
De Zwanen heeft daarop geantwoord en geconcludeerd tot referte.
Vervolgens is arrest gevraagd in het incident.

2.Beoordeling

in het incident tot voeging:
2.1
Heineken heeft voeging gevorderd op de grond dat de beide zaken hetzelfde onderwerp betreffen en in eerste aanleg gevoegd zijn behandeld. Het hoger beroep van Ruysdael Vastgoed B.V. in de zaak met zaaknummer [nummer] betreft de huurprijsvaststelling van dezelfde horecabedrijfsruimte c.a., met ingang van nagenoeg dezelfde datum en op grond van dezelfde vergelijkingsmaatstaven als de huurprijsvaststelling bij hetzelfde vonnis waartegen het onderhavig beroep zich richt. De Zwanen heeft zich, als gezegd, ten aanzien van de incidentele vordering tot voeging gerefereerd aan het oordeel van het hof.
2.2
Uit hetgeen Heineken heeft aangevoerd volgt dat aan de eisen van artikel 222 lid 1 Rv is voldaan. De zaken zullen derhalve worden gevoegd.
2.3
De beslissing over de kosten zal worden aangehouden. De hoofdzaak zal naar de rol worden verwezen voor het nemen van een memorie van grieven door Heineken.

3.Beslissing

Het hof:
in het incident tot voeging:
voegt de onderhavige zaak met de zaak met zaaknummer [nummer] ;
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindarrest in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
verwijst de zaak naar de rol van 18 februari 2020 voor het nemen van een memorie van grieven door Heineken;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2020.