Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
a contrarioredenering ziet het hof geen aanleiding.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarin de gemeente Amsterdam als eiseres in conventie en verweerster in reconventie optrad. De appellanten, die een erfpachtrecht hebben op een perceel grond, zijn in hoger beroep gekomen van een vonnis dat hen verplichtte de door de gemeente vastgestelde erfpachtcanon te betalen. De zaak draait om de vraag of de deskundigen die de canon hebben herzien, partijdig hebben gehandeld en of de herziening van de canon correct is uitgevoerd. De rechtbank had eerder de vorderingen van de gemeente toegewezen en de tegenvorderingen van de appellanten afgewezen. In hoger beroep hebben de appellanten hun eis gewijzigd en verzocht om vernietiging van het bindend advies van de deskundigen en om een nieuwe vaststelling van de canon door onafhankelijke deskundigen. Het hof heeft de argumenten van de appellanten beoordeeld, waaronder de onafhankelijkheid van de deskundigen en de wijze van totstandkoming van het deskundigenrapport. Het hof concludeert dat er geen sprake is van partijdigheid en dat de deskundigen op een juiste manier hebben gehandeld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en wijst de kosten van het geding in hoger beroep toe aan de appellanten.