Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellant sub 2],
[appellant sub 3],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
offshorewind(energie)projecten, waaronder het zogenoemde Gemini-project. De bouw en realisering van dit door Typhoon ontwikkelde windmolenpark is, nadat het in 2014 door Typhoon aan (een) derde(n) was verkocht (hierna: de
financial close), met behulp van de door Typhoon verkregen vergunningen, financieringen en contracten door andere partijen voltooid.
Managing Director Finance/Partner Typhoon Capitalen [appellant sub 1] en [appellant sub 2] die van
Investment Manager.
Tranche 2 shall consist of your agreed percentage (…) of the net proceeds realized and actually received at COD(COD Payment Date), resulting from payments of deferred purchase prices by NPI and Siemens in relation to the Gemini project(the Earn Out)plus any additional Gemini related Development expense reimbursements received by Typhoon (…) minus the costs related to Typhoon (…) since and in relation to the period between the pay out of (…) Tranche 1 and the pay out of Tranche 2.”
Tranche 2 shall consist of your agreed percentage of 2% of the net proceeds realized and actually received at COD:COD Payment Date), resulting from payments of deferred purchase prices by NPI and Siemens in relation to the Gemini project -/- all funding and operational costs of Typhoon Group incurred since and in relation to the period between the pay out of (…) Tranche 1 and the pay out of Tranche 2.”
financial closeheeft in mei 2014 plaatsgevonden. Ingevolge vaststellingsovereenkomsten van 28 mei 2014 ( [appellant sub 1] ) en 28 augustus 2014 ( [appellant sub 2] en [appellant sub 3] ) zijn de dienstverbanden geëindigd per 1 juni 2014 ( [appellant sub 1] ) respectievelijk 31 oktober 2014 ( [appellant sub 2] en [appellant sub 3] ). In deze vaststellingsovereenkomsten is vastgelegd, voor zover van belang, dat [appellanten] in het kader van de bonusregeling ieder kwalificeren als
good leaveren de bonusovereenkomsten daarom in stand blijven.
earn out’ (in een bandbreedte van € 10.000,00 tot € 25.000,00). De kantonrechter heeft vervolgens, zo overweegt hij, tot uitgangspunten genomen, enerzijds, een opbrengst van € 17.850.000,00 (overweging 11), anderzijds een door Typhoon opgesteld en als onderdeel van productie 27 bij akte van 8 oktober 2018 overgelegd overzicht “Bijlage bij memo vaststelling Tranche II Bonus” (overweging 14). Ter zake van organisatiekosten mag volgens de kantonrechter echter slechts het door [appellanten] genoemde bedrag van € 2.482.175,00 in aanmerking worden genomen en niet het door Typhoon gehanteerde bedrag van € 3.560.945,00 omdat Typhoon “heeft nagelaten aan de hand van verifieerbare bescheiden toe te lichten” dat zij meer kosten dan deze door [appellanten] genoemde heeft gemaakt. Van het bedrag van € 2.482.175,00 aan organisatiekosten is al een deel van € 1.583.850,00 aan Tranche 1 toegerekend zodat dit bedrag van de in aanmerking te nemen kosten moet worden afgetrokken (overwegingen 15 en 16). De in verband met Tranche 1 aan [appellanten] betaalde bonussen en in verband daarmee gemaakte kosten (het betreft blijkens voormeld overzicht een totaalbedrag van € 1.346.287,00) komen – anders dan Typhoon wenst – niet voor aftrek op de opbrengst in aanmerking (overwegingen 17 en 18). Hetzelfde geldt ten aanzien van een bedrag van in totaal € 2.487.423,00 wegens gecorrigeerde verliezen van een zuster- respectievelijk de moedervennootschap van Typhoon (overwegingen 19 en 20) en een bedrag van € 10.064.000,00 wegens kapitaalvergoeding voor financiering in 2012 (overwegingen 21 en 22). De kantonrechter vervolgt dat het hiervoor overwogene betekent dat aansluiting kan worden gezocht bij de door [appellanten] voor de bonusgrondslag gehanteerde berekening (overweging 23). Deze berekening is neergelegd in de akte van [appellanten] van 10 augustus 2018 en houdt in: een opbrengst van € 17.850.000,00 minus (€ 98.515,00 -/- € 51.305,00 is) € 47.210,00 aan af te trekken instandhoudingskosten, derhalve € 17.802.790,00. Kennelijk uitgaande van deze laatste bonusgrondslag heeft de kantonrechter de bij voormelde akte door [appellanten] gewijzigde vorderingen toegewezen, namelijk bedragen van € 356.055,80 aan zowel [appellant sub 1] als [appellant sub 2] en € 1.068.167,40 aan [appellant sub 3] , zijnde 2% respectievelijk 6% van deze bonusgrondslag.
grief I in principaal hoger beroep, kort gezegd, dat de kantonrechter – in afwijking van de door hem genoemde uitgangspunten en in aanmerking te nemen posten – bedragen heeft toegewezen die zijn gebaseerd op het standpunt van [appellanten] dat Typhoon hun harde toezeggingen heeft gedaan met betrekking tot de omvang van de instandhoudingskosten, zulks terwijl deze stelling in overweging 13 was verworpen. Daar komt nog bij dat de kantonrechter, waar hij de door [appellanten] in hun akte van 10 augustus 2018 neergelegde berekeningswijze heeft gevolgd, ten onrechte een bedrag van € 51.305,00 heeft afgetrokken van de bij Tranche 1 in aanmerking genomen kosten ten belope van € 1.583.850,00. Dit hof heeft immers in zijn onder 3.2 (f) genoemde arrest van 1 mei 2018 deze kosten vastgesteld op laatstgenoemd bedrag en dat arrest heeft, zoals Typhoon terecht aanvoert, gezag van gewijsde. De grief is dus gegrond.
incidentele griefvan [appellanten] gegrond is, reden waarom nu tot behandeling van die grief zal worden overgegaan. De bestreden overweging luidt, voor zover van belang:
Financial Managervan Typhoon (verder: [A] ). Daargelaten of de inhoud van deze e-mail de strekking heeft die [appellanten] daarin lezen, Typhoon heeft bij memorie van antwoord in incidenteel appel onder meer aangevoerd dat [A] geen bestuurslid van haar was en (ook anderszins) niet bevoegd was haar jegens [appellanten] te vertegenwoordigen. [appellanten] hebben dit, hoewel daarna nog aan het woord geweest, onweersproken gelaten, zodat hun beroep op deze e-mail reeds daarom niet opgaat. De incidentele grief faalt dus.
grieven II en III in principaal hoger beroep– een nieuwe berekening heeft gepresenteerd, zodat van die berekening zal (moeten) worden uitgegaan. Waar nodig, zullen in dat verband de zojuist genoemde grieven worden besproken.
grief III in principaal hoger beroep, dat op deze posten betrekking heeft, faalt.
als betaalde en of te betalen bonussen (inclusief kosten) naar de bedoeling van partijen (überhaupt) op de opbrengst in mindering mogen worden gebracht, bij de berekening van de Tranche 2 bonussen mogen worden betrokken, maar niet dat en waarom het zojuist cursief gestelde tussen partijen geldt. In hoger beroep komt Typhoon niet verder dan de opmerking dat “er geen enkel relevant verschil (is) tussen deze kostenpost en andere kostenposten, zoals de kosten van reguliere salarisbetalingen”. Het hof onderschrijft dit standpunt, gezien de bonusovereenkomsten, niet. Immers de bonusovereenkomst met [appellant sub 1] houdt in, zoals onder 3.2 (c) vermeld, dat, kort gezegd, van de opbrengst mogen worden afgetrokken de daar genoemde en in tijdvak bovendien beperkte ‘
funding and operational costs’, dat wil zeggen financieringskosten en operationele kosten. Gegeven het karakter van een bonus(uitkering) had het op de weg van Typhoon gelegen uit te leggen dat en waarom bonusuitkeringen (inclusief kosten) als financierings- en/of operationele kosten moeten worden aangemerkt. Dat heeft zij niet gedaan, reden waarom het hof – met [appellanten] – van oordeel is dat voor de door Typhoon bepleite aftrek van bonussen (welke dan ook) en de daarmee verband houdende kosten geen deugdelijke (contractuele) grondslag bestaat. Het hof realiseert zich dat de bonusovereenkomsten met [appellant sub 2] en [appellant sub 3] enigszins anders luiden dan die met [appellant sub 1] , maar de kantonrechter heeft in overweging 12 (door geen grief getroffen) geoordeeld dat voor [appellant sub 1] , [appellant sub 2] en [appellant sub 3] bij de op de opbrengst in mindering te brengen kosten dezelfde uitgangspunten gehanteerd zullen worden omdat partijen onvoldoende hebben toegelicht dat de verschillende bewoordingen voor de berekeningsgrondslag wezenlijk verschil uitmaken. De conclusie is dat de onderhavige door Typhoon opgevoerde kosten dus niet op de opbrengst in mindering mogen worden gebracht.
funding and operational costs’ moeten worden aangemerkt, onderschrijft het hof hetgeen de kantonrechter in de overwegingen 17 en 18 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van de Tranche 1 bonussen (inclusief kosten) bij de berekening van de Tranche 2 bonussen heeft geoordeeld.
Grief II in principaal hoger beroepfaalt dus.
grief I in principaal hoger beroepzal hetgeen bij het bestreden vonnis meer is toegewezen dan zojuist toewijsbaar is geacht – onder vernietiging in zoverre van dat vonnis – alsnog worden afgewezen.