ECLI:NL:GHAMS:2020:58
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake huurprijs en ontvankelijkheid van het hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Clever Real Estate B.V. tegen een uitspraak van de kantonrechter in Amsterdam over de huurprijs van een woonstudio. De huurcommissie had eerder bepaald dat de aanvangshuurprijs van € 570,- per maand moest worden verlaagd naar € 512,39. Clever Real Estate was het niet eens met deze uitspraak en heeft de kantonrechter gevraagd om de huurprijs opnieuw vast te stellen. De kantonrechter heeft uiteindelijk de huurprijs vastgesteld op € 380,64 per maand, wat leidde tot het hoger beroep van Clever Real Estate.
In het hoger beroep heeft de geïntimeerde, die de woonstudio huurt, een incidentele vordering ingediend tot niet-ontvankelijkheid van Clever Real Estate in het hoger beroep. De geïntimeerde stelde dat er geen hoger beroep openstond tegen het vonnis van de kantonrechter, omdat dit vonnis was gewezen op basis van artikel 7:626 lid 1 BW. Clever Real Estate heeft echter aangevoerd dat er gronden zijn voor doorbreking van het appelverbod, omdat de kantonrechter niet had geoordeeld over belangrijke argumenten die door Clever Real Estate waren ingebracht.
Het hof heeft geoordeeld dat Clever Real Estate ontvankelijk is in haar hoger beroep, omdat zij voldoende gronden heeft gesteld voor doorbreking van het rechtsmiddelenverbod. De incidentele vordering van de geïntimeerde is afgewezen en de zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van grieven door Clever Real Estate. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.