Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmiddelen
Oplegging van straf
in verminderde mateaan de verdachte kan worden toegerekend. Het hof schaart zich hierachter en maakt deze conclusie tot de zijne.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende deze proeftijd ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling – zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht – daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat de verdachte zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van een forensische polikliniek van de GGZ of een soortgelijke instelling zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandeling zullen worden gegeven en – indien en zo vaak als voornoemde instelling of de reclassering dit nodig acht – meewerkt aan controles om het middelengebruik te beheersen.