ECLI:NL:GHAMS:2020:916

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 maart 2020
Publicatiedatum
25 maart 2020
Zaaknummer
200.274.938/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest in hoger beroep inzake geschil tussen appellanten en geïntimeerden over civiele rechtsvordering

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam is behandeld, hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen eerdere vonnissen in een civiele rechtszaak. De zaak betreft een geschil tussen de appellanten en de geïntimeerden, die beiden opereren onder de naam H.O.D.N. Schoonheidssalon [X]. De appellanten hebben de geïntimeerden bij exploot opgeroepen om in hoger beroep te verschijnen. Tijdens de procedure heeft het hof besloten dat er een mondelinge behandeling moet plaatsvinden om verdere inlichtingen te verkrijgen, de mogelijkheid van een minnelijke regeling te verkennen en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken. Dit kan onder meer mediation, bewijsvoering en rapportage door deskundigen omvatten.

Het hof heeft bepaald dat de partijen, of hun vertegenwoordigers, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, in het Paleis van Justitie in Amsterdam. De partijen zijn verplicht om binnen twee weken hun verhinderdagen op te geven, zodat het hof een datum voor de mondelinge behandeling kan vaststellen. Tevens is er een termijn gesteld voor het indienen van het volledige procesdossier door de appellanten, evenals voor het indienen van stukken door beide partijen voor de mondelinge behandeling. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de mondelinge behandeling plaatsvindt.

Dit arrest is uitgesproken op 24 maart 2020 door de meervoudige burgerlijke kamer van het Gerechtshof Amsterdam, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.274.938/01
zaaknummer rechtbank : 7865308 CV 19-14129
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 maart 2020
inzake
[appellant sub 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
[appellante sub 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. R.N.E. Visser te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde sub 1] , H.O.D.N. SCHOONHEIDSSALON [X] ,
wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] , H.O.D.N. SCHOONHEIDSSALON [X] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. J. du Bois te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Appellanten hebben bij exploot geïntimeerden aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerden voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerden zijn bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. A.M.L. Broekhuijsen-Molenaar, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 7 april 2020 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellanten uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zullen indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 24 maart 2020 in tegenwoordigheid van de griffier.