ECLI:NL:GHAMS:2021:1068
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- R.D. van Heffen
- D. Radder
- A.W.T. Klappe
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand en schadevergoeding in strafzaak zonder oplegging van straf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 10 maart 2021 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoekster, die een vergoeding vroeg voor kosten van rechtsbijstand en schade als gevolg van tijdverzuim door de vervolging. Het verzoekschrift was ingediend op 4 september 2020 en betrof een strafzaak met parketnummer 23-001012-19, die eindigde zonder oplegging van straf. Verzoekster was niet verschenen tijdens de behandeling in raadkamer, maar haar advocaat heeft het verzoek toegelicht. De advocaat-generaal heeft geadviseerd het verzoek toe te wijzen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verzoekster was vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, namelijk het bezit van pepperspray, omdat er geen sprake was van de benodigde mate van bewustheid. Het hof heeft echter geoordeeld dat de verzoekster zelf verantwoordelijk was voor de aanhouding en vervolging, aangezien zij de pepperspray van een vriendin had aangenomen en deze in haar tas had gehouden. Hierdoor werd het verzoek om vergoeding van loonderving afgewezen.
Wel heeft het hof besloten om een vergoeding van € 1.651,65 toe te kennen voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak, evenals € 550,00 voor de kosten in de verzoekschriftprocedure. De totale vergoeding bedraagt € 2.201,65. De beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, met de voorzitter mr. R.D. van Heffen, en is uitgesproken op 9 februari 2021.