ECLI:NL:GHAMS:2021:1460
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Intrekking van het beroepschrift en proceskostenveroordeling in hoger beroep
In deze zaak heeft appellant op 12 september 2019 een beroepschrift ingediend bij het Gerechtshof Amsterdam, waarbij hij in hoger beroep kwam van een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht, dat door appellant werd ingediend. Geïntimeerde heeft op 8 november 2019 een verweerschrift ingediend. Op 27 maart 2021 heeft mr. Kool, de advocaat van appellant, het hoger beroep ingetrokken. Geïntimeerde heeft vervolgens verzocht om appellant te veroordelen in de proceskosten, omdat zij onnodig op kosten was gejaagd door de procedure. Appellant heeft dit verzoek betwist en aangevoerd dat er geen grond is voor een integrale proceskostenveroordeling.
Het hof heeft geoordeeld dat de intrekking van het beroepschrift betekent dat appellant niet kan worden ontvangen in zijn hoger beroep. Geïntimeerde heeft recht op een proceskostenveroordeling, maar het hof heeft geen aanleiding gezien voor een integrale kostenveroordeling. De omstandigheden die door geïntimeerde zijn aangevoerd, zijn onvoldoende om misbruik van recht of onrechtmatig handelen door appellant aan te nemen. Het hof heeft de proceskosten van het hoger beroep vastgesteld op € 324,- aan verschotten en € 1.114,- aan salaris voor de advocaat van geïntimeerde. De beschikking is gegeven op 25 mei 2021.