Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
goodwill inventaris’ overeengekomen van € 25.000,=. Daarover is in dat artikel bepaald:
3.Beoordeling
grief 2betoogt [appellant] dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat opschorting van de huur niet gerechtvaardigd was.
Grief 3is gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] voldoende voortvarend heeft gehandeld.
Grief 4behelst de klacht dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de situatie na de reparatie onbesproken kon blijven. Met
grief 6bestrijdt [appellant] het oordeel van de kantonrechter dat hij geen spoedeisend belang heeft bij zijn vordering. In de toelichting op deze grief heeft [appellant] verder nog aangevoerd dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat hij geen belang meer heeft bij herstel van de door hem gestelde gebreken. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.