ECLI:NL:GHAMS:2021:2100

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
23-003389-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens wapenbezit en de gevolgen daarvan

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1977, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor wapenbezit. De tenlastelegging omvatte het voorhanden hebben van verschillende wapens en munitie op 11 maart 2019 in Haarlem. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere wapens van verschillende categorieën, waaronder vuurwapens en munitie, in zijn bezit had. Tijdens de zitting heeft de verdachte de feiten bekend en het hof heeft op basis van het dossier en de bekennende verklaring de feiten bewezen verklaard. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, en een geldboete van € 500,00 voor het bezit van een zelfgemaakte speer. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare feiten. De uitspraak benadrukt de noodzaak om het ongeoorloofd bezit van vuurwapens en munitie krachtig te bestrijden, gezien de risico's voor de veiligheid van personen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003389-19
datum uitspraak: 15 juli 2021
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 3 september 2019 in de strafzaak onder parketnummer 15-125159-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 1 juli 2021.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 11 maart 2019, te Haarlem, althans in Nederland,
- een of meer wapens van categorie I, onder 6, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een of meerdere katapulten en/of
- een of meer wapens van categorie I, onder 4, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een blank wapen (laderail omgebouwd tot steekwapen) en/of
- een of meer wapens van categorie I, onder 3, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een ploertendoder en/of
- een of meer wapens van categorie I, onder 1, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een vlindermes voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 11 maart 2019 te Haarlem, althans Nederland, een wapen van een categorie II, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten vuurwapen (kaliber 9mmx19), zijnde een vuurwapen dat uiterlijk geleek op een ander voorwerp dan een wapen, te weten een zaklamp, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 11 maart 2019 te Haarlem, althans in Nederland, een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (van het merk Glock 21c en kaliber .45 auto) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 11 maart 2019 te Haarlem, althans in Nederland,
- een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een (zelfgemaakte) speer zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard en/of de omstandigheden waaronder het werd aangetroffen, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen en/of
- een of meerdere wapens van categorie IV, onder 3 van de Wet Wapens en Munitie, te weten twee wapenstokken en/of
- een wapen van categorie IV, onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een luchtdrukpistool, heeft gedragen en/of voorhanden gehad;
5.
hij op of omstreeks 11 maart 2019 te Haarlem, althans in Nederland, munitie van categorie III, onder 4, van de Wet wapens en munitie, te weten
- een aantal (4) patronen (van het kaliber 0.25 auto) en/of
- een aantal (25) patronen (van het merk Povazske StrojÄRne van kaliber 9mm x19) en/of
- een aantal (2) patronen (van het merk Celver Mirage) en/of
- een aantal (2) (hagel)patronen (kaliber 12 en kaliber 16)
- een aantal (22) patronen (van het merk Prvi Partizan Volmantel van kaliber .45 acp) voorhanden heeft gehad;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverwegingen

In het proces-verbaal van verhoor verdachte van 11 maart 2019 (ongenummerd, p. 9 van het digitale dossier) heeft de verdachte bekend dat de bij hem in de woning aangetroffen wapens hem toebehoorden.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte de tenlastegelegde en in eerste aanleg bewezenverklaarde feiten bekend. Het hof komt op basis van het dossier en de bekennende verklaring tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 11 maart 2019, te Haarlem,
- een wapen van categorie I, onder 6, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een katapult en
- een wapen van categorie I, onder 4, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een blank wapen (laderail omgebouwd tot steekwapen) en
- een wapen van categorie I, onder 3, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een ploertendoder en
- een wapen van categorie I, onder 1, van de Wet Wapens en Munitie, te weten een vlindermes voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 11 maart 2019 te Haarlem, een wapen van een categorie II, onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen (kaliber 9mmx19), zijnde een vuurwapen dat uiterlijk geleek op een ander voorwerp dan een wapen, te weten een zaklamp, voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 11 maart 2019 te Haarlem een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool van het merk Glock 21c, kaliber .45 auto, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, voorhanden heeft gehad;
4.
hij op 11 maart 2019 te Haarlem,
- een wapen van categorie IV, onder 7 van de Wet wapens en munitie, te weten een zelfgemaakte speer zijnde een voorwerp waarvan, gelet op zijn aard, redelijkerwijs kon worden aangenomen dat het bestemd was om letsel aan personen toe te brengen en/of te dreigen en
- wapens van categorie IV, onder 3 van de Wet Wapens en Munitie, te weten twee wapenstokken en
- een wapen van categorie IV, onder 4 van de Wet Wapens en Munitie, te weten een luchtdrukpistool, heeft voorhanden gehad;
5.
hij op 11 maart 2019 te Haarlem, munitie van categorie III, onder 4, van de Wet wapens en munitie, te weten
- 4 patronen van het kaliber 0.25 auto en
- 25 patronen van het merk Povazske StrojÄRne van kaliber 9mm x19 en
- 2 patronen van het merk Celver Mirage en
- 2 hagelpatronen kaliber 12 en kaliber 16 en
- 22 patronen van het merk Prvi Partizan Volmantel van kaliber .45 acp,
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 27, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straffen

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor de in eerste aanleg onder
1, 2, 3 en 5 bewezenverklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Voor feit 4 heeft de politierechter de verdachte veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 500,00 subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de tenlastegelegde feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting het hof verzocht aansluiting te zoeken bij de oriëntatiepunten zoals opgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), en niet bij de zwaardere oriëntatiepunten die de Amsterdamse rechtbank hanteert.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het bezit van verschillende gevaarlijke wapens, waaronder vuurwapens, en bijbehorende munitie. Het ongeoorloofde bezit van een vuurwapen en munitie brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich vanwege de kans op het gebruik daarvan, met alle mogelijke onomkeerbare gevolgen van dien.
Het hof stelt voorop dat oriëntatiepunten ten behoeve van straftoemeting, of die nu landelijk of lokaal zijn, geen ‘recht’ zijn in de zin van artikel 79 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie, reeds omdat de bedoelde oriëntatiepunten niet afkomstig zijn van een instantie die de bevoegdheid heeft rechters te binden wat betreft het gebruik dat zij maken van de hun door de wetgever gelaten ruimte (vgl. Hoge Raad 3 december 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8838).
Wel heeft het hof acht geslagen op de straffen die door rechters in soortgelijke zaken en gevallen plegen te worden opgelegd, zoals die hun weerslag hebben gevonden in oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS. Daarin wordt voor het voorhanden hebben van een pistool/revolver/geweer (categorie III.1) in een woning als uitgangspunt een gevangenisstraf van drie maanden genoemd. Voor een vuurwapen dat uiterlijk lijkt op een ander voorwerp dan een wapen geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van vier maanden.
Het hof heeft oog voor het toenemende gevaar dat de laatste jaren door vuurwapenbezit en -gebruik wordt veroorzaakt en in het bijzonder voor de grote toename van het aantal, niet zelden fatale, schietincidenten. Tegen die achtergrond dient het onbevoegd bezit van vuurwapens zeer krachtig te worden bestreden. Uitgegaan dient te worden van de situatie zoals die gold op het tijdstip en de plaats van de tenlastegelegde feiten. Het hof zal daarom uitgaan van de landelijke oriëntatiepunten, waarin voor een eerste bezit van één vuurwapen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden wordt genoemd en voor een vuurwapen dat uiterlijk lijkt op een ander voorwerp dan een wapen een gevangenisstraf van vier maanden. In dit geval is sprake van bezit van meerdere vuurwapens, waarvan één, zij het niet doorgeladen, met scherpe patronen in het magazijn. Daarnaast had de verdachte veel munitie, slag- en steekwapens voorhanden. Ook rekent het hof in het nadeel van de verdachte mee dat hij blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 22 juni 2021 twee maal eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vuurwapenbezit.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur en voor feit 4 – rekening houdend met de draagkracht van de verdachte - een boete van na te melden hoogte passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 23, 24, 24c, 57 en 62 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26, 27, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ten aanzien van het onder 1, 2, 3 en 5 bewezenverklaarde:
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. R.D. van Heffen en mr. E. van Die, in tegenwoordigheid van
mr. A.S. de Bruin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
15 juli 2021.