ECLI:NL:GHAMS:2021:2234
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- C.J. van der Wilt
- R.D. van Heffen
- Rechtspraak.nl
Toekenning van schadevergoeding en kosten van rechtsbijstand in strafzaak na sepot
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, van 25 januari 2021. Het hoger beroep was ingesteld door de verzoeker, die schadevergoeding en kosten van rechtsbijstand vorderde na een sepot van zijn strafzaak. De verzoeker was op 19 januari 2016 in verzekering gesteld en op 22 januari 2016 weer in vrijheid gesteld. De strafzaak, waarin hij werd verdacht van ladingdiefstal van telefoons op Schiphol, werd geseponeerd omdat het feit te oud was. De rechtbank had geoordeeld dat er geen gronden van billijkheid waren voor het toekennen van een schadevergoeding, omdat er geen sprake was van een zaak die onmiskenbaar zou hebben geleid tot het opleggen van een straf of maatregel.
Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de rechtbank een onjuiste maatstaf had gehanteerd. Het hof oordeelde dat er wel degelijk gronden van billijkheid aanwezig waren voor het toekennen van een schadevergoeding aan de verzoeker. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en de verzoeker een schadevergoeding van € 420,00 toegekend, evenals een vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand van € 830,00. De beslissing is genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, waarbij het hof benadrukte dat de onschuldpresumptie in acht moest worden genomen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige raadkamer van het hof, waarin drie rechters zitting hadden.