Uitspraak
1.STICHTING DEELNEMERS EXPAT REAL ESTATE FUND III,
[X] B.V.,
[X],
PIOVRA ENTERPRISES,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in een hoger beroep kort geding. De appellant, vertegenwoordigd door mr. W.M. van Agt, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 februari 2020 was gewezen. De appellant verzocht om ontslag van instantie op basis van artikel 27 lid 2 van de Faillissementswet (Fw), omdat hij in staat van faillissement was verklaard. De geïntimeerden, waaronder Stichting Deelnemers Expat Real Estate Fund III en PIOVRA Enterprises, waren vertegenwoordigd door mr. R.A.M. Schram.
Het hof heeft vastgesteld dat de curator het geding niet wenste over te nemen, wat de basis vormde voor de vordering tot ontslag van instantie. Het hof heeft de belangen van de partijen afgewogen. De geïntimeerden stelden dat zij bij voortzetting van de procedure de proceskosten niet op de appellant konden verhalen indien zij in het gelijk zouden worden gesteld. De appellant voerde aan dat hij voldoende middelen had om eventuele proceskosten te voldoen, wat het belang van de geïntimeerden ondermijnde.
Uiteindelijk heeft het hof de vordering tot ontslag van instantie afgewezen, omdat de belangenafweging in het voordeel van de appellant uitviel. De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een memorie van antwoord in voorwaardelijk incidenteel appel door de appellant. Het hof heeft ook opgemerkt dat de hoofdregel in hoger beroep is dat slechts appel tegen een wederpartij uit de eerste aanleg is toegestaan, en dat er onduidelijkheden waren over de ontvankelijkheid van de appellant in zijn hoger beroep tegen een van de geïntimeerden.