In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vennootschappen Faraday Limited en Hampton Trading FZE tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat Faraday c.s. misbruik van bevoegdheid maakten door te trachten de volgorde van getuigenverhoren te beïnvloeden. De rechtbank heeft hen hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten van de verweersters Springfield Trading FZE, IT Trader B.V., BKS Retail B.V., en Shiboja Trading B.V. Faraday c.s. hebben in hoger beroep verzocht om vernietiging van deze beschikking en het alsnog gelasten van het getuigenverhoor. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 november 2020 hebben de advocaten van beide partijen hun standpunten toegelicht. Faraday c.s. hebben hun verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor ingetrokken, wat de zaak verder compliceerde. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank om het verzoek van Faraday c.s. af te wijzen onderschreven, maar heeft de kostenveroordeling ten gunste van BKS en [verweerder sub 4] vernietigd, omdat deze partijen niet in rechte waren betrokken. Het hof heeft de kostenveroordeling ten gunste van Springfield bevestigd en Faraday c.s. veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.