Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep
Vonnis waarvan beroep
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) jaren.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 21 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 9 maart 2021. De verdachte, geboren in 1985 en thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad, was eerder vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld, gericht op de strafmaat voor de feiten 1, 2 en 3. De verdachte heeft gedurende een periode van één jaar en vier maanden een groot aantal gaspistolen en peppersprays zonder toestemming vanuit Tsjechië naar Nederland gebracht, voorhanden gehad en overgedragen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte een gevaarlijke situatie heeft gecreëerd door het ongecontroleerde bezit van deze wapens, wat een negatieve impact heeft op de veiligheid van de samenleving.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van vijf jaren eiste, afgewezen en in plaats daarvan een gevangenisstraf van twee jaren opgelegd. Het hof oordeelde dat de door de rechtbank opgelegde straf van 14 maanden niet in verhouding stond tot de ernst van de feiten. De verdachte had eerder al veroordelingen voor soortgelijke delicten, wat in zijn nadeel weegt. Het hof heeft geen aanleiding gezien om een voorwaardelijke straf op te leggen, gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De beslissing van het hof houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar de ernst van de feiten weegt zwaarder.