ECLI:NL:GHAMS:2021:3387
Gerechtshof Amsterdam
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift teruggave inbeslaggenomen voertuig aan derde niet mogelijk
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan op een klaagschrift dat was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.G.S. Roethof. Het klaagschrift was gericht op de opheffing van het beslag op een Opel Astra, met het verzoek om teruggave van het voertuig aan de vader van de klager. De klager stelde dat de auto toebehoorde aan zijn vader en dat er geen strafvorderlijk belang was bij het voortduren van het beslag, aangezien de auto niet afkomstig was van enig misdrijf.
De advocaat-generaal heeft echter betoogd dat de klager niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat de wet niet toestaat dat een inbeslaggenomen voorwerp aan een ander dan de klager wordt teruggegeven. Het hof heeft de relevante wetgeving en eerdere jurisprudentie in overweging genomen en geconcludeerd dat de wet inderdaad niet voorziet in de mogelijkheid om teruggave aan een derde te gelasten. Het hof heeft ook opgemerkt dat de vader van de klager op de hoogte was van het klaagschrift, wat betekent dat het niet nodig was om hem als belanghebbende op te roepen.
Uiteindelijk heeft het hof de klager in zijn klaagschrift niet-ontvankelijk verklaard en bevolen dat de beschikking onverwijld aan de klager betekend moest worden. Deze beslissing is genomen door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en is openbaar uitgesproken op 26 oktober 2021.