ECLI:NL:GHAMS:2021:3549

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 november 2021
Publicatiedatum
17 november 2021
Zaaknummer
23-004420-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitvoer van handelshoeveelheid harddrugs in georganiseerd verband met voldoende bewijs voor betrokkenheid verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1965, werd beschuldigd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van handelshoeveelheden van cocaïne, MDMA en amfetamine. De tenlastelegging was gebaseerd op feiten die zich op 24 november 2016 in Purmerend hebben afgespeeld, waar de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij het inladen van drugs in een bestelbus. Het hof oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte, ondanks de verdediging die stelde dat hij enkel kleding had willen kopen en niet op de hoogte was van de drugshandel. Het hof verwierp de argumenten van de verdediging en concludeerde dat de verdachte wetenschap had van de grote hoeveelheden harddrugs die in de bestelbus waren aangetroffen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren, waarbij het hof rekening hield met de ernst van het feit en de overschrijding van de redelijke termijn. De uitspraak benadrukt de rol van de verdachte in een georganiseerd verband van drugshandel, met als bestemming Engeland, en de schadelijke gevolgen van deze activiteiten voor de samenleving.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004420-17
datum uitspraak: 17 november 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 4 december 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-800500-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1965,
adres: [woonadres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
29 oktober 2021, 1, 2 en 3 november 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank en in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijzigingen is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 24 november 2016 te Purmerend en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, danwel opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) handelshoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of (een) handelshoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende MDMA en/of (een) handelshoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde cocaïne en MDMA en/of amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, althans bevattende een (ander) middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
(door opzettelijk met zijn mededaders en/of alleen, zakelijk weergegeven:
  • een (niet bestickerde/beletterde) bestelbus naar een loods aan [adres 1] te Purmerend te rijden;
  • en/of in die loods die bus te beladen met (in (rol)containers en/of dozen verborgen) hoeveelheden van die vermelde middelen als bedoeld in lijst I behorende bij de Opiumwet;
  • en/of die bestelbus in die loods te voorzien van een bestickering/belettering (ten name van [bedrijfsnaam 1] );
  • en/of (vervolgens) die bestelbus uit die loods te rijden, teneinde koers te zetten naar Engeland).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat de tenlastelegging in hoger beroep is gewijzigd.
Bespreking verweren
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de verdediging – samengevat – aangevoerd dat de verdachte enkel naar de loods was gekomen om kleding te kopen, aldaar naar het kantoor boven in de loods is gegaan en verder niets heeft meegekregen van wat er beneden in de loods is gebeurd. Er is geen technisch bewijs of enig ander bewijs dat de verdachte belast. Zo hebben de verbalisanten de verdachte niet gezien in de loods en maakt de verdachte geen deel uit van de telefooncirkel, nu niet aangetoond is dat de verdachte de telefoon met het telefoonnummer eindigend op 4312 in bezit heeft gehad.
De verdediging heeft verder aangevoerd dat de [medeverdachte 1] geen vragen van de verdediging heeft willen beantwoorden, waardoor de verdediging geen behoorlijke en effectieve mogelijkheid heeft gehad hem te bevragen, artikel 6 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is geschonden en [medeverdachte 1] verklaringen van het bewijs dienen te worden uitgesloten. Hetgeen de [medeverdachte 1] heeft verklaard is daarnaast onbetrouwbaar en kan derhalve niet voor het bewijs worden gebruikt.
Overwegingen hof
Uit de bewijsmiddelen, opgenomen in dit arrest, blijkt het volgende. Op 24 november 2016 hebben verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] een Mercedes Vito met kenteken [kenteken 1] (hierna: de Vito) gecontroleerd. Medeverdachte [medeverdachte 2] zat op dat moment achter het stuur. In de laadruimte van de Vito stonden kartonnen dozen met daarin droogijs en twee blauwe, lege rolcontainers. De verbalisanten hebben de Vito gevolgd en namen waar dat [medeverdachte 2] op een industrieterrein in Purmerend van voertuig wisselde met dat van de [medeverdachte 1] , een Citroën C2. [medeverdachte 2] reed de Citroën naar een [naam tankstation] tankstation. [medeverdachte 1] reed de Vito naar een loods aan [adres 1] te Purmerend, waar de Vito naar binnen werd gereden. Na een half uur verliet een man de loods, zo later bleek de medeverdachte [medeverdachte 3] , de huurder van de loods. Hij vertrok met een auto en kwam na ongeveer 10 minuten in een andere auto terug, met de [verdachte] als bijrijder. Zij gingen samen de loods in. De verbalisanten keken door de raampjes van de roldeur van de loods en namen door de raampjes van de roldeur waar dat de drie mannen druk heen en weer liepen in de loods en dat er binnen met een heftruck gereden werd. Na anderhalf tot twee uur ging de roldeur open. De Vito reed naar buiten met [medeverdachte 1] als bestuurder en de verdachte als bijrijder. Zij zijn aangehouden, evenals [medeverdachte 3] , die in de loods was achtergebleven. In de Vito werden vervolgens de in de tenlastelegging genoemde verdovende middelen aangetroffen, verpakt in droogijs.
De verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn bij de rechter-commissaris nader gehoord over hun bevindingen op 24 november 2016. Verbalisant [verbalisant 1] heeft in zijn verklaring zijn observaties in de loods gespecifieerd. Zo verklaart hij dat hij, vóórdat [medeverdachte 3] de loods uit ging om de verdachte op te halen, had gezien dat in ieder geval twee mensen in de loods bezig waren. De jongere man met een petje op, met wie de verbalisant kennelijk [medeverdachte 3] bedoelt, reed op de heftruck heen en weer. Daarbij werden spullen, waaronder dozen, uit de Vito geladen. Ook nadat [medeverdachte 3] met de verdachte was teruggekomen naar de loods, heeft verbalisant [verbalisant 1] waargenomen dat ‘ze bezig waren’. Uit de bevindingen van de verbalisanten is niet gebleken dat er enig andere persoon gedurende de observaties in de loods aanwezig is geweest dan de drie genoemde personen.
Onder de medeverdachte [medeverdachte 2] is een telefoon in beslag genomen, die hij tijdens zijn aanhouding in zijn hand hield, met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (verder te noemen: *3205). Onder de medeverdachte [medeverdachte 1] is een telefoon in beslag genomen met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (verder te noemen: *4430), waarover [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij die telefoon gebruikte. Op het moment van zijn aanhouding lag naast de verdachte in de Vito een telefoon met daarin een simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] (verder te noemen: *4312). Ook lag zijn portemonnee naast hem. De verdachte heeft ontkend dat hij die telefoon gebruikte.
In de telefoon *3205 waren, naast Klantenservice, Opwaarderen en Voicemail twee andere contacten opgeslagen: telefoonnummer *4312 onder de naam ‘Bigot’ en telefoonnummer *4430 onder de naam ‘Rally’. In de telefoon met nummer *4430 waren in totaal drie contacten opgeslagen: *4430 onder de naam ‘Ik’, *4312 onder de naam ‘Mo’ en *3205 onder de naam ‘Oogjes Toe’.
Anders dan de raadsman oordeelt het hof dat de telefoon met nummer *4312 aan de verdachte kan worden toegeschreven. Het hof overweegt daartoe ten eerste dat de telefoon naast de verdachte in de Vito is aangetroffen, terwijl ook diens portemonnee naast hem lag. Ten tweede heeft de medeverdachte [medeverdachte 1] verklaard dat de verdachte in zijn telefoon onder de naam ‘Mo’ stond opgeslagen. Ten derde blijkt dat met de telefoon met nummer *4430 op 24 november 2016 om 17:04 uur naar ‘Mo’ op nummer *4312 een sms-bericht is gestuurd dat luidt: ‘ [adres 2] ’. De verdachte heeft verklaard dat hem door [medeverdachte 1] is verteld waar hij heen moest en dat [medeverdachte 1] het adres van een patatzaak heeft genoemd, en dat hij aldaar op 24 november 2016 door [medeverdachte 3] is opgehaald. De verdachte heeft verder verklaard dat hij zijn auto bij de betreffende patatzaak heeft neergezet. Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij de verdachte bij een snackbar aan [straatnaam van adres 2] heeft opgehaald. Uit de kennisgeving van inbeslagneming van de auto van de verdachte blijkt dat die auto op [straatnaam van adres 2] te Purmerend is inbeslaggenomen.
Op basis van de voornoemde omstandigheden komt het hof tot het oordeel dat de telefoon met nummer *4312 door de verdachte is gebruikt, nu de telefoon bij de verdachte is aangetroffen, [medeverdachte 1] heeft verklaard dat het telefoonnummer van de verdachte was en gebleken is dat de verdachte gehoor heeft gegeven aan het sms-bericht dat kort voordat de verdachte bij de loods arriveerde, met de telefoon van [medeverdachte 1] aan de verdachte was gestuurd.
Uit de logbestanden van *4430 en *3205 blijkt dat er telefonische contacten zijn geweest tussen de drie betrokken telefoons, met name op het moment dat de verdachte nog niet in de loods was en rond de tijdstippen van de controles van de Vito door de politie. Ook blijkt uit de logbestanden dat het nummer *3205 ( [medeverdachte 2] ) in de periode van 15 november tot en met 24 november 2016 meerdere keren contact heeft gehad met de nummers *4430 ( [medeverdachte 1] ) en *4312 (de verdachte). Dat past bij de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , inhoudende dat [medeverdachte 2] , de verdachte en hij met elkaar belden om af te spreken ‘over wat te doen’.
Voorts is gebleken dat de verdachte een kamer had gehuurd in hotel [naam hotel] te Breda, alwaar een Volkswagen Caddy geparkeerd stond die destijds op naam stond van [naam 1] , de vriendin van de verdachte. In die auto is het paspoort van de verdachte aangetroffen, evenals stickers met de tekst ‘Droogijs (CO2) koolstofdioxide, vast’. Soortgelijke stickers waren aangebracht op de verpakkingen waarin de aangetroffen verdovende middelen waren verstopt.
Gelet op het voorgaande en de telefonische contacten tussen de telefoons van de verdachte en de medeverdachten, de voor de verdachte belastende verklaringen die de medeverdachte [medeverdachte 1] heeft afgelegd, inhoudende dat [medeverdachte 2] en hij met de verdachte telefonisch afspraken hebben gemaakt over wat te doen, de observatie van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , inhoudende dat zij zagen dat er drie mannen druk heen en weer liepen in de loods en de verklaring van de medeverdachte [medeverdachte 3] , inhoudende dat de verdachte en [medeverdachte 1] zich bij de vorkheftruck in de loods bevonden, om vervolgens samen met [medeverdachte 1] te worden aangetroffen in de vertrekkende, met voor vele miljoenen euro aan drugs beladen Vito, is sprake van feiten en omstandigheden die naar de uiterlijke verschijningsvorm in hoge mate redengevend zijn voor het bewijs dat de verdachte wetenschap had van de grote hoeveelheden harddrugs in de containers in de Vito.
De verdachte heeft geen aannemelijk verklaring gegeven die deze redengevendheid van het bewijsmateriaal kan ontzenuwen. Dat de verdachte alleen maar in het kantoortje boven zou zijn geweest en alleen maar daar was om imitatie-merkkleding te kopen, acht het hof niet aannemelijk, nu dat wordt weersproken door de bewijsmiddelen en ook overigens onvoldoende is onderbouwd.
Uit de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn opgenomen, blijkt voorts dat de verdovende middelen die na de aanhouding in de Vito zijn aangetroffen, op 24 november 2016 Engeland als bestemming hadden. Dat blijkt namelijk uit de verklaringen van medeverdachten, de papieren die in de Vito zijn aangetroffen, alsmede de bij [medeverdachte 2] aangetroffen Engelse valuta, die kennelijk vanaf genoemd tankstation de Vito verder zou besturen. Nu de verdachte blijkens de telefonische contacten en de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 1] meermalen vooraf overleg heeft gevoerd met zijn medeverdachten, moet de verdachte ervan op de hoogte zijn geweest dat de verdovende middelen deze bestemming hadden.
Het hof verwerpt aldus de verweren en acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de in de tenlastelegging genoemde verdovende middelen met medeverdachten buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht.
Overwegingen hof met betrekking tot bewijsuitsluitingsverweren
Volgens vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en de Hoge Raad is het gebruik voor het bewijs van een ambtsedig proces-verbaal van de politie voor zover inhoudende een door enig persoon in het opsporingsonderzoek afgelegde, de verdachte belastende verklaring, niet zonder meer ongeoorloofd in het licht van en onverenigbaar met artikel 6, eerste en derde lid EVRM. Van die ongeoorloofdheid is in ieder geval geen sprake wanneer de verdachte weliswaar niet in enig stadium van het geding de gelegenheid heeft gehad om een dergelijke verklaring op haar betrouwbaarheid te toetsen en aan te vechten door de persoon die de verklaring heeft afgelegd als getuige te (doen) ondervragen, maar de bewezenverklaring niet alleen of in beslissende mate (
sole or decisive) berust op die verklaring.
In zijn zaak heeft de verdachte niet de gelegenheid gehad om de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 1] op hun betrouwbaarheid te toetsen, nu [medeverdachte 1] zich telkens op zijn verschoningsrecht heeft beroepen. Dit brengt evenwel niet mee dat artikel 6 EVRM is geschonden. De betrokkenheid van de verdachte bij het hem tenlastegelegde feit vloeit immers, zoals het hof reeds eerder heeft overwogen, niet alleen of in beslissende mate voort uit de verklaringen van [medeverdachte 1] . De verklaringen van [medeverdachte 1] worden ruimschoots bevestigd door ander bewijsmateriaal, zoals de voornoemde telefonische contacten, de omstandigheid dat bij de staandehouding naast de verdachte zijn portemonnee lag en de telefoon eindigend op 4312, het sms-bericht waarin het adres van de snackbar wordt genoemd, de verklaring van [medeverdachte 3] dat de verdachte beneden in de loods aanwezig was bij de vorkheftruck en de observaties van de verbalisanten. Daaruit volgt dat de verklaringen van de medeverdachte [medeverdachte 1] geen
sole or decisivebewijs vormen, waardoor artikel 6 EVRM niet is geschonden. Het verweer wordt verworpen.
Anders dan de raadsman is het hof tot slot van oordeel dat de verklaringen van [medeverdachte 1] voldoende betrouwbaar zijn om voor het bewijs te worden gebezigd. Daarbij weegt mee dat [medeverdachte 1] zich in zijn eigen verklaringen in belangrijke mate belast en dat zijn verklaringen, zoals hiervoor overwogen, voldoende steun vinden in andere bewijsmiddelen. De omstandigheid dat [medeverdachte 1] zijn eigen aandeel in het tenlastegelegde feit op bepaalde punten bagatelliseert, maakt niet dat zijn verklaringen onbetrouwbaar zijn. Wel is er aanleiding zijn verklaringen met de nodige behoedzaamheid te hanteren. Naar het oordeel van het hof vinden de onderdelen van de verklaringen van [medeverdachte 1] die het hof als bewijsmiddelen heeft opgenomen, de nodige steun in andere bewijsmiddelen, waardoor zij bruikbaar zijn voor het bewijs.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 24 november 2016 te Purmerend, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht handelshoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne een materiaal bevattende MDMA en een materiaal bevattende amfetamine,
door opzettelijk met zijn mededader(s), zakelijk weergegeven:
  • een bestelbus naar een loods aan [adres 1] te Purmerend te rijden;
  • en in die loods die bus te beladen met in (rol)containers verborgen hoeveelheden van die vermelde middelen;
  • en vervolgens die bestelbus uit die loods te rijden, teneinde koers te zetten naar Engeland.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Bewijsmiddelen
1.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 1-3.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisanten:
Op 24 november 2016 om 15.20 uur zagen wij, verbalisanten, een wit Mercedes Vito busje rijden voorzien van kenteken [kenteken 1] . Wij zagen dat collega [verbalisant 3] het voertuig een volgteken gaf. Wij zagen dat het voertuig werd stilgezet op [straatnaam 4] te Amsterdam. Wij zijn vervolgens aangesloten bij de controle. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , controleerde samen met [verbalisant 3] de bestuurder en de bestelbus. Wij zagen dat [medeverdachte 2] de bus bestuurde. Wij hoorden bestuurder [medeverdachte 2] verklaren dat hij een aantal dozen zogenaamd Dry Ice vervoerde. Wij zagen dat er achter in de laadruimte van de bus kartonnen dozen stonden met daarin Dry Ice. Ook stonden er een tweetal blauwe rolcontainers in die leeg waren. Wij hoorden dat de bestuurder deze spullen vervoerde voor een bedrijf in Purmerend. Ook vertelde de bestuurder dat er in dit Dry Ice medicijnen werden verpakt en vervoerd naar Engeland. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag op het huurcontract dat deze [het hof begrijpt: de voornoemde Mercedes Vito] zou worden bestuurd door [naam 2] . Ik zag tevens dat het rijbewijsnummer van [naam 2] [rijbewijsnummer] was. Ik zag in de politiesystemen dat dit rijbewijsnummer op naam stond van [medeverdachte 1] . Wij, verbalisanten, besloten het voertuig te volgen. Wij zagen dat het voertuig naar Purmerend reed en daar een industrieterrein op reed. Wij zagen dat er op [straatnaam 1] contact werd gemaakt met de bestuurder van een klein zwart voertuig, zijnde een Citroen C2 voorzien van kenteken [kenteken 2] . Wij zagen dat de bestuurders van voertuig wisselden. Wij zagen dat de voertuigen gingen rijden. Na een rondje industrieterrein stopten de twee voertuigen. Wij hoorden dat collega [verbalisant 3] de bestuurder van de Mercedes wederom gecontroleerd had en dat er een bestuurder genaamd [medeverdachte 1] inzat. Vervolgens hoorden we dat de bestuurder weer was gaan rijden en bij het [naam tankstation] tankstation was gaan staan. Wij zijn ook direct naar de [naam tankstation] gereden en zagen dat de bestuurder van de witte Mercedes na 5 minuten weer ging rijden en dat de bestuurder van het zwarte voertuig, [medeverdachte 2] , achter bleef bij de [naam tankstation] aan [straatnaam 2] .
Wij zagen dat het voertuig [het hof begrijpt: de witte Mercedes Vito] stil stond ter hoogte van een loods op [adres 1] [het hof begrijpt: te Purmerend]. Na ongeveer 15 minuten zagen wij dat de bestuurder van de Mercedes rond liep rond zijn voertuig en wij hadden het idee dat hij keek of hij gevolgd werd. Wij zagen dat er omstreeks 16:30 uur een loodsdeur open ging en dat de Mercedes Vito naar binnen werd gereden. Wij zagen dat de loodsdeur van [adres 1] vervolgens direct werd gesloten. Na ongeveer een halfuur zagen wij dat een persoon de loods verliet. Wij zagen dat dit een man van ongeveer 20 à 25 jaar betrof met een rode pet. Wij zagen dat hij wegreed in een Lexus. Na ongeveer 10 minuten kwam er een Volkswagen Caddy aanrijden en deze stopte voor de loods. Wij zagen dat de persoon die eerder in de Lexus weggereden was, uitstapte uit de Caddy aan de bestuurderszijde. Die persoon bleek later te zijn genaamd [medeverdachte 3] . Wij zagen dat een bijrijder uitstapte en ook naar de loods liep samen met de bestuurder. Wij zagen dat beide mannen de loods inliepen. Wij zagen door de raampjes van de roldeur dat de drie mannen druk heen en weer liepen in de loods. Wij zagen dat er binnen met een heftruck gereden werd.
Nadat wij de loods in totaal ongeveer anderhalf a twee uur geobserveerd hadden zagen wij ineens de roldeur open gaan. Wij zagen dat er om 18:50 uur een witte Mercedes Vito naar buiten kwam rijden. Wij zagen dat het dezelfde Mercedes betrof voorzien van kenteken [kenteken 1] . Hierop zijn wij naar de Mercedes gereden en hebben direct de bestuurder aangesproken. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , vroeg de bestuurder wat hij vervoerde. Ik hoorde hem zeggen dat er achterin zijn bestelbus medicijnen stonden die vervoerd werden naar Engeland. Ik zag daarin [het hof begrijpt: achterin de witte Mercedes Vito] een aantal blauwe rolcontainers die omwikkeld waren met plastic folie. Ook zag ik een sticker op de folie. Ik zag dat deze sticker betrekking had op de gevaarzetting met betrekking tot de dry ice. Collega [verbalisant 3] was ondertussen de loods ingegaan en gaf middels de portofoon aan dat alle personen aangehouden dienden te worden ter zake overtreding van de Opiumwet.
Vervolgens zijn alle verdachten aangehouden.
Verdachte: [medeverdachte 3] ;
Verdachte: [medeverdachte 1] ;
Verdachte: [verdachte] ;
Verdachte: [medeverdachte 2] .
2.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 4-7.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 24 november 2016 om 15:25 uur hoorde ik, verbalisant [verbalisant 3] , dat collega’s een wit Mercedes Vito busje zagen rijden voorzien van kenteken [kenteken 1] . Ik hoorde dat het de bedoeling was dit voertuig te controleren. Op donderdag 24 november 2016, omstreeks 15.35 uur heb ik de bestuurder vervolgens staande gehouden op [straatnaam 4] te Amsterdam. De bestuurder gaf mij op te zijn genaamd: [medeverdachte 2]
. Ik vroeg aan de bestuurder of hij de achterzijde van de bestelauto kon openen teneinde ik de laadruimte kon bekijken. Ik zag nadat de bestuurder de laadruimte had geopend dat er ongeveer 10 kartonnen dozen van 40 x 40 x 40 cm in stonden met daarachter 2 blauwe rolcontainers van ongeveer 1.20m lang x 60cm breed x 80cm hoog. Ik heb een doos geopend en zag dat er een witte schuimverpakking in zat met daarop de tekst dry ice/droogijs. Hierop heb ik de deksel gelicht en zag dat er witte rook uit kwam en koude damp, tevens zag ik allemaal kleine stukjes ijs. De blauwe rolcontainers heb ik ook bekeken en bleken leeg te zijn. Ik vroeg aan de bestuurder waar hij heen ging. Hij deelde mij mede dat hij richting Purmerend moest rijden voor een vriend. Ik hoorde dat zijn telefoon over ging en dat hij zijn vriend aan de lijn had. Hij deelde mij mede dat hij een vrachtbrief kon tonen. Ik kreeg de vriend aan de telefoon en deze deelde mede [medeverdachte 1] te heten. Hij deelde mede dat hij het ijs gebruikte om medicijnen steriel te verpakken en dan naar Engeland te vervoeren.
Ik hoorde van mijn collega’s dat het voertuig was gestopt, dat er een ontmoeting was met een voertuig met kenteken [kenteken 2] en dat de bestuurders van voertuig wisselden. Ik zag dat beide voertuigen bij een bedrijfspand parkeerden. Ik heb de witte Mercedes staande gehouden. De bestuurder toonde mij een geldig rijbewijs. Hij gaf mij op te zijn genaamd [medeverdachte 1] . Hij deelde mede dat hij de huurder was van de witte Mercedes en dat hij medicijnen naar Engeland vervoerde middels de procedure steriel verpakt in droogijs. Ik zag dat de bestuurder [medeverdachte 2] welke ik eerder gecontroleerd had nu in het andere voertuig zat met het kenteken [kenteken 2] .
Ik hoorde dat de collega’s de voertuigen weer volgden en dat deze voertuigen waren gestopt bij het [naam tankstation] tankstation gelegen langs [straatnaam 2] . Ik hoorde dat de bestuurder van de auto met het kenteken [kenteken 2] bij het tankstation achter bleef. Ik hoorde dat de witte bestelauto over het industrieterrein reed en uiteindelijk stopte op het adres [adres 1] . Na ongeveer
15 minuten hoorde ik dat de bestuurder van het voertuig achteruit het bedrijfspand was binnen gereden en dat de roldeur direct gesloten werd. Het was toen ongeveer 16.30 uur. Na ongeveer anderhalf à twee uur hoorde ik dat de witte bestelauto naar buiten kwam rijden. het was toen ongeveer 18.50 uur. Omstreeks 18.50 uur ben ik te samen met de collega’s direct naar het bedrijfspand gereden. Aldaar hebben wij direct de witte bestelbus staande gehouden terzake de vermoedelijke overtreding van de Opiumwet.
Ik, verbalisant zag op dat moment de een persoon zijnde een man de roldeur van binnen op slot doen. Ik klopte op het raampje en ik zag dat de man mij ook zag. Hierop kwam de man naar buiten door een gewone deur. De man deelde mede te zijn: [medeverdachte 3]
. In het bedrijfspand zag ik lege kartonnen dozen liggen die ik eerder in de witte bestelbus had zien staan. Ik zag ook een middelgrote zwarte vrachtauto in de hoek van dit pand staan. Ik zag dat de vrachtauto alleen toegankelijk was via een zijdeur. Ik vroeg de man of hij deze deur kon openen. Hierop opende hij deze deur. Ik zag dat er in de laadruimte van deze kleine vrachtauto een heleboel kartonnen dozen lagen welke ik eerder had gezien. Ook zag ik veel bigshoppers en zwarte sporttassen liggen. Verder zag ik veel doorzichtige plastic zakken liggen en ik zag sealmachines staan om goederen vacuüm te verpakken. Alle verdachten zijn ter plaatse aangehouden.
Ik heb met behulp van een heftruck een blauwe container uit de laadruimte van de witte Mercedes bestelauto getakeld. Ik zag dat de container was geseald met plastic folie rondom en was voorzien van twee afsluitbanden die eromheen waren geperst. Ik zag tevens een sticker aan de zijkant van de blauwe container met opschrift Droogijs (CO2) Koolstofdioxide. Ik heb vervolgens het plastic en de afsluitbanden doorgesneden. Ik heb vervolgens de klep van de container geopend. Ik zag dat er een koude damp uit de container naar boven kwam. Ik zag nadat ik de klep helemaal had geopend dat er allemaal ijs in de container zat. Ik heb hierop een metalen schep gepakt en in het ijs gestoken. Ik zag en voelde dat de schep na 20 à 30 centimeter bleef steken in het ijs, ik heb vervolgens een hoeveelheid scheppen ijs uit de container geschept. Ik zag een zak doorzichtig plastic met daarin een witte/bruinige substantie. Ik zag dat het was verpakt op de bij mij ambtshalve bekende manier hoe verdovende middelen worden verpakt. Ik heb vervolgens de gehele ijs laag uit de container geschept. Ik zag toen heel veel gesealde pakketten liggen, Vervolgens heb ik de gehele blauwe container omgekeerd en zag ik ongeveer 50 tot 60 pakketten.

3.Een proces-verbaal verhoor getuige van 20 september 2017, opgemaakt doormr. H.A. Stalenhoef, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, los stuk.

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[verbalisant 1] :
We kwamen in Purmerend uit. Het busje rijdt een bedrijventerrein op en heeft voor de deur van een loods gestaan. Na een kwartier reed de bestuurder de loods in. Nadat het busje de loods ingereden was, zijn [verbalisant 2] en ik langs het pand gereden. Ik ben uitgestapt en bij de loods gaan kijken. Ik ben lang de roldeur gelopen waar het busje ingereden was, daar kon je door het raam kijken. Ik keek door het glas en zag dat er meerdere mensen daar bezig waren. Het waren er sowieso twee. Ik zag die jongere man, met een petje op, op de heftruck heen en weer rijden. Ze waren bezig iets te ontladen uit een busje, ze waren druk. Met die vorkheftruck werden dozen van de achterkant van het busje naar rechts toegebracht. Nadat ik naar binnen had gekeken ben ik weer naar ons voertuig gelopen. Toen hebben wij daar een tijdje gestaan. Twee personen kwamen het pand uit en gingen een sigaretje roken. Na het roken gingen ze weer naar binnen en daar waren ze weer bezig. Het waren dezelfde personen. Daarna komt iemand uit het pand die een voertuig pakt. Toen hij met iemand anders terug kwam gingen zij het pand in. Vervolgens zag ik weer bedrijvigheid. Ik zag dat ze bezig waren. Het busje kwam naar buiten rijden. Ik heb [verdachte] als bijrijder aangehouden. Zijn portemonnee lag los naast hem.
4.
Een proces-verbaal aanhouding van 24 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , persoonsdossier [medeverdachte 2] doorgenummerde pagina’s 4-5.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisanten:
Op 24 november 2016 omstreeks 19:30 uur hielden wij, verbalisanten, op [straatnaam 2] te Purmerend op de parkeerplaats van [naam tankstation] aan de verdachte [medeverdachte 2] . Hij zat achter het stuur van een Citroën met kenteken [kenteken 2] .
5.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 6] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 9-10.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Ik, [verbalisant 6] , was belast met het onderzoek van een voertuig voorzien van het kenteken
[kenteken 1] . Het betrof een Mercedes Vito, wit van kleur. Ik zag dat op het voorraam een TomTom-navigatie was geplaatst. Voor de bijrijdersstoel stond een sporttas en een blauwe Albert Heijntas. Op het midden van het dashboard was een uitsparing, met daarin diverse A4-papieren. Ik zag dat het vier A4-papieren waren. Ik zag dat op de papieren een Sender, Consignee, place of delivery en dergelijke waren genoteerd. Ook stond erop geschreven ‘3 thermosafe shipper medical goods jetrea insulab optics 885 kgs”. Ik vermoedde dat dit een vrachtbrief was. Hierop heb ik deze papieren in beslag genomen.
Ik zag dat onder de bovenstaande A4-papieren nog een tweetal A4-papieren lagen. Ik zag dat op deze papieren stond geschreven “boekingsbevestiging”. Het betrof een bevestiging van de reservering van de Stena Line boot welke op 24-11-2016 20:45 uur zou vertrekken. Ook zag ik dat op een van de A4- papieren een onbevestigde boeking stond geschreven voor de retour reis op 25-11-2016. Ik zag dat deze papieren gericht waren aan [bedrijfsnaam 1] t.a.v. [medeverdachte 1] . Tevens zag ik het Nederlands kenteken [kenteken 1] en een (1) chauffeur.
Ik zag dat op het scherm van de TomTom een route was gepland. Het scherm was uitgezoomd over diverse landen. Dit betroffen de landen Nederland en Engeland. Ik zag dat er een pijltje op de tekst “Amsterdam” stond. Ik zag dat er een bolletje op de tweede “N” van “Londen” stond. Ik zag dat in de Albert Heijntas een wegenkaart lag. Dit betrof een rode Michelin wegenkaart voor
Groot-Brittannië en Ierland 2016.
6.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 7] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 12-13.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 24 november 2016 heeft een doorzoeking ter inbeslagname plaatsgevonden op het adres
[adres 1] te Purmerend. Tijdens de doorzoeking is het volgende aangetroffen.
Aan de linkerzijde van de loods lag een zwarte sealbag welke was opengesneden. Deze lag in een prullenbak. Binnen in de loods aan de rechterzijde stond een zwarte bestelbus van het merk Volkswagen, voorzien van kenteken [kenteken 3] , welke in beslag is genomen. In de bestelbus lagen brokken vermoedelijk verdovende middelen.
7.
Een proces-verbaal van bevindingen van 31 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 8] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 14-15.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 12 december 2016 bevond ik, verbalisant, mij bij het inbeslaggenomen voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 3] , een zwarte Volkswagen Crafter. Ik zag dat in de laadruimte onder andere stonden:
- Dozen met daarin piepschuim verpakkingsmateriaal om droogijs te transporteren;
- Diverse soorten en maten weekendtassen;
- 3 seal-apparaten;
- Plastic sealzakken;
- Plakband en verpakkingsafsluitmateriaal.
8.
Een proces-verbaal bevindingen interpretatie LFO van 27 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 9] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 205-208.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 24 november 2016 heb ik, [verbalisant 9] , ondersteuning geleverd bij een doorzoeking van een loods gelegen aan [adres 1] te Purmerend, waarbij men in een uit deze loods vandaan komende bestelauto, voorzien van kenteken [kenteken 1] , drie blauwe verrijdbare koelcontainers in de laadruimte heeft aangetroffen.
Ik zag dat er 1 blauwe koelbakcontainer achter de bestelauto geopend op de loodsvloer stond. Ik zag dat de herkenbare witte damp van droogijs in de container hing alsmede in een kruiwagen waar droogijs ingeschept was. Ik zag dat er op de vloer diverse vacuümzakken lagen met resten droogijs en dat hierin bruine kristalachtige brokken zaten alsmede een stapel typische 1 kg pakketten omwikkeld met folie zoals vaak aangetroffen bij onderzoeken waarin 1 kg cocaïne geperste blokken zitten. Ik heb enkele monsters getest van de aangetroffen brokken in de doorzichtige vacuümzakken. Hieruit bleek mij vervolgens dat het hier zeer waarschijnlijk het mij bekende MDMA betrof. Ik rook de mij bekende MDMA-achtige geur bij deze brokken. Vervolgens heb ik enkele van de bekende
1 kg pakken getest waarin zich een wit geperst vierkant blok bevond met de mij eveneens bekende cocaïneachtige geur. Uit deze identificatietesten bleek dat het hier zeer waarschijnlijk cocaïne betrof. Ik zag dat er uit deze eerste koelcontainer de volgende hoeveelheid was genomen:
Koelcontainer V-1
Aantal items totaal
Bruto gewicht (incl. verpakking)
Vacuümzakken met brokken MDMA
15
41 kilo 260 gram
Vacuümzakken met in tape verpakt vierkant blok cocaïne
46
55 kilo 540 gram
Ik heb vervolgens de 2e en 3e koelcontainers uit de bestelauto verwijderd en geopend. Ik zag vervolgens dat elke koelcontainer gevuld was met een toplaag droogijs tot bijna de bovenrand van de container. Na verwijdering van de droogijs CO2 pellets kwam de volgende hoeveelheid uit de 2e koelcontainer:
Koelcontainer V-2
Aantal items totaal
Bruto gewicht (incl. verpakking)
Vacuümzakken met brokken MDMA
22
95 kilo 20 gram
Vacuümzakken met in tape verpakt vierkant blok cocaïne
5
11 kilo 220 gram
Na verwijdering van de droogijs CO2 pellets kwam de volgende hoeveelheid uit de 3e koelcontainer:
Koelcontainer V-3
Aantal items totaal
Bruto gewicht (incl. verpakking)
Vacuümzakken met brokken MDMA
13
53 kilo 690 gram
3 kunststof jerrycans met elk 20 liter olieachtige vloeistof;
methamfetamine-base
3
20 liter per jerrycan
Ik heb van elke partij afkomstig uit een koelcontainer meerdere parketten die willekeurig gekozen waren getest middels de identificatieapparatuur. De uitslag van de steekproeven is opgenomen in de bovengenoemde drie tabellen.
In de loods stond een zwarte VW Crafter bestelauto voorzien van kenteken [kenteken 3] . Ik zag dat er een elektriciteitskabel die laadruimte inliep vanuit de loods en dat er in deze laadruimte een soort
weeg en verpakkingsruimte was ingericht. Ik zag dat er in deze ruimte diverse vacuümzakken en dozen aanwezig waren. Ik hoorde van de inmiddels aanwezige collega van de Forensische Opsporing van de landelijke eenheid dat er op de vloer van die laadruimte soortgelijke brokjes lagen als die er in de als MDMA-geteste vacuümzakken aanwezig waren. Ik zag nabij de ingang van de loodsroldeur, waar de aangetroffen bestelauto met de koelcontainers werd aangetroffen, diverse lege piepschuimdozen waar gezien het opschrift droogijs pellets in vervoerd waren. Ik zag dat er op één van de werkbanken nabij de auto’s dozen met vacuümzakken aanwezig waren en nieuwe nog niet uitgevouwen kartonnen dozen.
Ik zag bij nader onderzoek aan de 3 blauwe koelcontainers dat dit vermoedelijk eerder gebruikte tweedehands mobiele koelcontainerbakken waren van [naam ijsfabriek] en vermoedelijk speciaal ten behoeve van dit transport voorzien van nieuwe gevaarsetiketten van droogijs van [naam ijsfabriek] .
9.
Een proces-verbaal sporenonderzoek van 24 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 10] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 209-214.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Tijdens een doorzoeking in een loods aan [adres 1] te Purmerend werden in koelcontainers sealzakken met MDMA brokken en verpakkingen met cocaïne aangetroffen. Deze verpakkingseenheden werden door medewerkers van het LFO landelijk facilitair ontmanteling van de Landelijke Eenheid verpakt in dozen en voorzien van V1A tot en met V1F, V2A tot en met V2F en V3A tot en met V3C.
Verdovende middelenonderzoek MDMA: Ik heb de verpakkingseenheden onderzocht. Van diverse verpakkingseenheden werden monsters genomen, zoals hieronder vermeld.
SIN
Spooromschrijving
Plaats veiligstellen
AAIQ1608NL
Vaste stof, mdma
V1a/v1b/v1c
AAIQ1605NL
Vaste stof, mdma
V3a t/m v3c
AAIQ1604NL
Vaste stof, mdma
V3a t/m v3c
AAIQ1607NL
Vaste stof, mdma
V3a t/m v3c
AAIQ1600NL
Vaste stof, mdma
V2a t/m v2e
AAIQ1602NL
Vaste stof, mdma
V2a t/m v2e
AMQ1606NL
Vaste stof, mdma
V1a/v1b/v1c
AAIQ1609NL
Vaste stof, mdma
Vla/v1b/v1c
AAIQ1601NL
Vaste stof, mdma
V2a t/m v2e
AAIQ1603NL
Vaste stof, mdma
V2a t/m v2e
Verdovende middelenonderzoek cocaïne: Ik heb de verpakkingseenheden onderzocht. Van diverse verpakkingseenheden werden monsters genomen, zoals hieronder vermeld.
SIN
Spooromschrijving
Plaats veiligstellen
AAIQ1626NL
Poeder, cocaïne
V2f
AAIQ1623NL
Poeder, cocaïne
V1d
AAIQ1631NL
Poeder, cocaïne
V1d
AAIQ1622NL
Poeder, cocaïne
V1f
AAIQ1621NL
Poeder, cocaïne
V1f
AAIQ1635NL
Poeder, cocaïne
V1e
AAIQ1639NL
Poeder, cocaïne
V1e
AAIQ1634NL
Poeder, cocaïne
V1e
10.
Een proces-verbaal van bevindingen van 22 mei 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 11] , nazending doorgenummerde pagina’s 33-34.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 24 november 2017 [het hof begrijpt: 24 november 2016] zijn in de loods aan [adres 1] te Purmerend vanuit een bestelauto voorzien van kenteken [kenteken 1] drie verrijdbare geïsoleerde koelcontainers in beslag genomen. De containers waren gevuld met droogijs waarin meerdere verpakkingen met vermoedelijk verdovende middelen zaten. In totaal is het netto gewicht van het indicatief geteste MDMA 179 kilo en 480 gram en het netto gewicht van de indicatief geteste cocaïne 56 kilo. Van de uit koelcontainer V-3 afkomstige jerrycans met vloeistof is van elke van de
3 jerrycans afzonderlijk een monster opgestuurd naar het NFI. De monsters zijn voorzien van de SIN nummers: AAHU299ONL/V.3.1; AAHU2991 NL/V.3.2; AAHU2992NL/V.3.3.

11.Een geschrift, genaamd ‘rapport identificatie van veel voorkomende drugs’ van23 februari 2017, opgesteld door rapporteur [rapporteur 1] van het Nederlands Forensisch Instituut, nazending doorgenummerde pagina’s 56-57.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:

Vraagstelling: Bevat het onderzoeksmateriaal een veelvoorkomende drug? Resultaten en conclusie:
Kenmerk
Omschrijving
Conclusie
AAIQ1608NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1605NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1604NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1607NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1600NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1602NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AMQ1606NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1609NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1601NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1603NL
monster crèmekleurig kristal
bevat MDMA
AAIQ1626NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1623NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1631NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1622NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1621NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1635NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1639NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
AAIQ1634NL
monster crèmekleurige brokjes
bevat cocaïne
12.
Een geschrift, genaamd ‘rapport drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op de locatie [adres 1] te Purmerend, 24 november 2016’ van 6 april 2017, opgemaakt door rapporteur [rapporteur 2] , nazending doorgenummerde pagina’s 60-63.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Resultaten en conclusie:
Kenmerk
Omschrijving
Resultaat
AAHU2990NL/V.3.1.
monster gele olieachtige vloeistof, volgens opgave “Monster uit groene jerrycan 20-lt, met ongeveer 20 liter olieachtige vloeistof; FD: methamfetamine-base”
bevat amfetamine-base
AAHU2991NL/V.3.2
monster gele olieachtige vloeistof, volgens opgave “Monster uit groene jerrycan 20-lt, met ongeveer 20 liter olieachtige vloeistof; FD: methamfetamine-base”
bevat amfetamine-base
AAHU2992NL/V.3.3
monster gele olieachtige vloeistof, volgens opgave “Monster uit zwarte jerrycan 20-lt, met ongeveer 20 liter olieachtige vloeistof; FD: methamfetamine-base”
bevat amfetamine-base
Conclusie: In het onderzoeksmateriaal is amfetamine aangetoond.
13.
Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 12] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 47-48.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 2 december 2016 ontving ik van hotel [naam hotel] te Breda informatie dat een man genaamd [verdachte] een kamer huurde in het hotel. Zijn auto, een Volkswagen Caddy voorzien van kenteken
[kenteken 4] , stond nog bij het hotel geparkeerd. Nadat ik, verbalisant, het kenteken controleerde in de politiesystemen zag ik dat het op naam stond van een vrouw: [naam 1] . Ik zag dat op het
GBA-adres van [naam 1] een man ingeschreven stond: [verdachte] .
14.
Een proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 8] en [verbalisant 13] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 49-50.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 8 december 2016 deden wij, verbalisanten, onderzoek in en aan het voertuig met het kenteken
[kenteken 4] , een witte Volkswagen Caddy. Hierbij troffen wij onder andere een geldig Nederlands paspoort aan in het handschoenenvak. Wij zagen dat het paspoort op naam stond van [verdachte] . Onder de bijrijdersstoel troffen wij een plastic draagtas aan. Wij zagen dat de inhoud van deze draagtas bestond uit een A4-formaat, witte, blanco enveloppe met daarin stickers met de tekst refererend naar “Droogijs (CO2) koolstofdioxide, vast”.
15.
Een proces-verbaal van bevindingen dry ice stickers van 16 februari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 14] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 52-53.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 8 december 2016 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in een witte Volkswagen Caddy met het kenteken [kenteken 4] . Tijdens deze zoeking zijn er stickers gevonden met daarop de tekst refererend naar: Droogijs (CO2) koolstofdioxide, vast. Op de stickers staat onder andere het volgende vermeld: [naam ijsfabriek] .
16.
Een geschrift, genaamd ‘Huurovereenkomst kantoorruimte’, zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 306-312.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De heer [naam 3] , hierna te noemen ‘verhuurder’ en de heer [medeverdachte 3] , hierna te noemen ‘huurder’ zijn overeengekomen:
Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte (hierna ‘gehuurde’) gelegen aan het [adres 1] Purmerend. Deze huurovereenkomst gaat in op 1-11-2016. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op de ingangsdatum op jaarbasis € 24.000,-. Aldus opgemaakt en ondertekend te Purmerend, 01/11/2016.
17.
Een proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2016, opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 15] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s56-59.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 25 november 2016 werd door [verbalisant 6] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt betreffende papieren aangetroffen in een Mercedes Vito voorzien van het kenteken [kenteken 1] . Op
28 november 2016 werd door mij, verbalisant, nader onderzoek gepleegd aan de in beslag genomen vrachtbrief en de reservering van de Stena Line boot.
VrachtbriefMet betrekking tot de vrachtbrief kan ik het volgende verklaren. Ik zag dat er verschillende vakken op deze brief stonden, elk vak voorzien van een oplopend nummer met hierbij vermeld wat er moet worden ingevuld.
Bij nummer 1. staat ‘Sender’ met hierbij vermeld:
[bedrijfsnaam 2]
[adres 3]
Gorinchem
Nederland
Bij nummer 2. staat ‘Consignee’ met hierbij vermeld:
[bedrijfsnaam 3]
[adres 4]
Birmingham
Bij nummer 3. staat ‘Place of Delivery of the goods’ met hierbij vermeld:
Birmingham United Kingdom
Bij nummer 4. staat ‘Place and Date of taking over the goods’ met hierbij vermeld:
Gorinchem Nederland 24/11/2016
Bij nummer 6, 7, 9 en 9 staat vermeld:
3 thermosafe shipper medical goods jetrea insulab optics
Bij nummer 16. staat ‘Carrier’ en ‘Code of Carrier’ met hierbij vermeld:
[bedrijfsnaam 1]
Nederland
En
[kenteken 1]
Bij nummer 23. staat ‘Tractor License Plate’ met hierbij vermeld:
En
“Trailer License Plate” met hierbij vermeld:
[medeverdachte 2]
Boekingsbevestiging overtocht naar EngelandMet betrekking tot de reservering of boekingsbevestiging kan ik het volgende verklaren. Boven aan de boekingsbevestiging staat een logo met hierin ‘Course Wise 100’ en hieronder ‘WORLD WIDE SHIPPING’. Verder staat erin vermeld: Aan: [bedrijfsnaam 1]
Van: [naam 7] . T.a.v.: [medeverdachte 1] . Datum: 23-11-2016. Email: [e-mailadres] . Tijd: 12:32
Verder staat er in vermeld onder nummer 1 dat het de boot betreft van 24-11-2016, Hoek van Holland naar Killingholme te 20:45 uur. Kenteken, lengte en Chauffeur(s), [kenteken 1] , 6,00 mtr en
1 Chauffeur. Rederij en Belangrijke informatie: Stena Line en Geen.
Onder nummer 2 staat vermeld dat het de boot betreft van 25-11-2016 van Killingholme naar Hoek van Holland te 20:30 uur. Kenteken, lengte en Chauffeur(s), [kenteken 1] , 6,00 mtr en 1 Chauffeur. Rederij en Belangrijke informatie: Stena Line en Geen.
18.
Een proces-verbaal van 11 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 16] en [verbalisant 17] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 100-102.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisanten:
Op 11 januari 2017 hebben wij, verbalisanten, bij het autoverhuurbedrijf [bedrijfsnaam 4] te Schiedam gesproken met baliemedewerker [naam 4] en bedrijfsleider [naam 5] . Uit huurovereenkomsten bleek dat op naam van [bedrijfsnaam 1] [medeverdachte 1] meerdere malen de Mercedes Vito met het kenteken [kenteken 1] heeft gehuurd, waaronder in de periode 25-10-’16 – 30-11-‘16.
Ten aanzien van verdachte [medeverdachte 1] verklaarden de medewerkers van [bedrijfsnaam 4] dat [medeverdachte 1] een vaste klant is die elke week standaard een voertuig huurt, vanaf donderdag tot en met maandag. Bij [bedrijfsnaam 4] is bekend dat [medeverdachte 1] met grote voorkeur een bepaald voertuig wenst te huren: een Mercedes Vito bedrijfsbus met het kenteken [kenteken 1] . [medeverdachte 1] heeft duidelijk aan de medewerkers van [bedrijfsnaam 4] te kennen gegeven dat hij geen genoegen neemt met een ander huurvoertuig. [medeverdachte 1] betaalt het huren van de Mercedes bus altijd contant. Uit de huurovereenkomsten blijkt dat verdachte [medeverdachte 1] als huurder van het busje altijd zijn bedrijf [bedrijfsnaam 1] opgaf. Als bestuurder gaf verdachte [medeverdachte 1] zijn eigen naam en adres op. Onder de bedrijfsnaam [bedrijfsnaam 1] werden ook diverse andere voertuigen bij [bedrijfsnaam 4] gehuurd. Hierbij werd in de meeste gevallen [medeverdachte 1] als bestuurder opgegeven. Bij de huur van een VW Caddy, met buitenlandtoestemming, werd verdachte [medeverdachte 2] als bestuurder geregistreerd. Als iemand een auto huurt bij [bedrijfsnaam 4] dient van te voren aangegeven te worden of er met het gehuurde voertuig naar het buitenland wordt gereden. Volgens de [bedrijfsnaam 4] medewerkers gaf [medeverdachte 1] bij de Mercedes bus altijd aan dat de Mercedes bus naar het buitenland zou gaan. Dit wordt ondersteund door de GPS-gegevens.
19.
Een proces-verbaal van bevindingen GPS gegevens Mercedes Vito [kenteken 1] van 26 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar[verbalisant 14] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 145-147.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Ik heb de GPS-gegevens met betrekking tot de Mercedes Vito met het kenteken [kenteken 1] onderzocht. Uit de bestanden met GPS-gegevens kwam onder andere het volgende naar voren:
Op 28 oktober is geregistreerd dat omstreeks 10:12 uur Mercedes Vito 1 uur en 32 minuten heeft stil gestaan aan [straatnaam 3] te Purmerend.
Op 3 november 2016 is geregistreerd dat omstreeks 18:48 uur de Mercedes Vito stil stond aan [straatnaam van adres 1] te Purmerend, gedurende 1 uur en 48 minuten.
Op 9 november 2016 is geregistreerd dat de Mercedes Vito omstreeks 18:22 uur gedurende 1 uur en 23 minuten stil stond aan [straatnaam van adres 1] te Purmerend.
Op 15 november 2016 is geregistreerd dat de Mercedes Vito omstreeks 16:40 uur gedurende
11 minuten stil stond aan [straatnaam 1] te Purmerend. Vervolgens reed de Mercedes Vito van [straatnaam 1] naar [straatnaam van adres 1] te Purmerend. Aan [straatnaam van adres 1] te Purmerend heeft de Mercedes Vito
1 uur en 14 minuten stilgestaan.
De eerstvolgende geregistreerde data zijn op 16 november in North Killingholme CP in Engeland omstreeks 07:46 uur.
Op 17 november is geregistreerd dat omstreeks 09:36 uur de Mercedes Vito zich in Vlaardingen bevond.
20.
Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en[verbalisant 5] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 54-55.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisanten:
Op 24 november 2016 hebben wij de verdachte [medeverdachte 2] , gefouilleerd. Bij het fouilleren van de verdachte hebben wij aangetroffen 1 Nokia telefoon, 450 euro in contanten en 150 Engelse ponden.
21.
Een proces-verbaal van relaas van 9 februari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 11] , beslagdossier relaas pagina 7.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
Op 24 november 2016 zijn onderstaande verdachten aangehouden. Onder de verdachten zijn de volgende goederen in beslag genomen:
[verdachte] : telefoon Nokia
[medeverdachte 1] : 1194,75 euro; telefoon Nokia; telefoon BlackBerry
[medeverdachte 2] : Nokia telefoon, locatie aantreffen: droeg verdachte in zijn hand.
22.
Een proces-verbaal van bevindingen van 2 mei 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 18] , nazending doorgenummerdepagina 6.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisant:
De telefoon in beslag genomen bij verdachte [verdachte] is aangetroffen in de auto waar de verdachte is aangehouden en lag naast hem.
De telefoon in beslag genomen bij verdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen bij diens fouillering.
23.
Een proces-verbaal van bevindingen van 28 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 19] en [verbalisant 15] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 71-73.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de bevindingen van voornoemde verbalisanten:
Bij de verdachte [medeverdachte 2] werd een mobiele telefoon in beslaggenomen met hierin een
simkaart van provider [naam provider] . De simkaart heeft telefoonnummer [telefoonnummer 1] , hierna te noemen als telefoonnummer *3205.
Bij de verdachte [medeverdachte 1] werd een mobiele telefoon inbeslaggenomen met hierin een simkaart van de provider [naam provider] . De simkaart heeft telefoonnummer [telefoonnummer 2] , hierna te noemen als telefoonnummer *4430.
Bij de verdachte [verdachte] werd een mobiele telefoon in beslaggenomen met hierin een simkaart van provider [naam provider] . De simkaart heeft telefoonnummer [telefoonnummer 3] , hierna te noemen als telefoonnummer *4312.
Uit de contactenlijst van telefoonnummer *3205 blijkt dat er in totaal 5 contacten in de telefoon staan opgeslagen. In de lijst staan 3 contacten welke behoren aan Klantenservice, Opwaarderen, en Voicemail. Verder staan de overige contacten hieronder vermeld:
- Naam: Bigot Telefoonnummer: *4312
- Naam: Rally Telefoonnummer: *4430
Uit de logbestanden blijkt dat het telefoonnummer *3205 een aantal keer telefonisch contact heeft gehad tussen de data van 15-11-2016 tot en met 24-11-2016. In totaal heeft het nummer *3205
28 keer contact met verschillende telefoonnummers. Hiervan heeft het nummer *3205 18 keer contact gehad, zowel inkomend als uitgaand, met het telefoonnummer *4430. De laatste keren dat deze telefoonnummers met elkaar contact hadden was op 24-11-2016. Hieronder worden de tijdstippen weergegeven van de tijden dat er contact was op 24-11-2016:
- Tijd 02:06:58 uur voor de duur van 00:00:14 uur
- Tijd 12:17:21 uur voor de duur van 00:01:26 uur
- Tijd 13:38:56 uur voor de duur van 00:00:06 uur
- Tijd 13:55:43 uur voor de duur van 00:01:34 uur
- Tijd 15:43:52 uur voor de duur van 00:04:25 uur
- Tijd 15:55:07 uur voor de duur van 00:00:35 uur
- Tijd 16:24:22 uur voor de duur van 00:00:05 uur
- Tijd 16:24:22 uur voor de duur van 00:00:05 uur
Het telefoonnummer *3205 heeft in totaal 5 keer contact gehad, zowel inkomend als uitgaand, met het telefoonnummer *4312.
Uit de contactenlijst van telefoonnummer *4430 blijkt dat er in totaal 3 contacten in de telefoon staan opgeslagen. In de lijst de volgende contacten vermeld:
- Naam: Ik Telefoonnummer:*4430
- Naam: Mo Telefoonnummer: *4312
- Naam: Oogjes Toe Telefoonnummer: *3205
Uit de logbestanden blijkt dat het telefoonnummer *4430 een aantal keer telefonisch contact heeft gehad van 16-11-2016 tot en met 24-11-2016. In totaal heeft het telefoonnummer *4430 46 keer telefonisch contact gehad met verschillende telefoonnummers. Hiervan heeft het telefoonnummer *4430 32 keer contact gehad, zowel inkomend als uitgaand, met telefoonnummer *4312. De laatste keren dat deze telefoonnummers met elkaar contact hadden was op 24-11-2016. Hieronder worden de tijdstippen weergegeven van de tijden dat er contact was op donderdag 24-11-2016:
- Tijd 08:28:42 uur voor de duur van 00:02:10 uur
- Tijd 08:49:00 uur voor de duur van 00:01:18 uur
- Tijd 09:09:36 uur voor de duur van 00:00:18 uur
- Tijd 09:33:03 uur voor de duur van 00:00:20 uur
- Tijd 09:35:17 uur voor de duur van 00:01:21 uur
- Tijd 11:33:17 uur voor de duur van 00:00:15 uur
- Tijd 13:27:28 uur voor de duur van 00:00:01 uur
- Tijd 13:28:39 uur voor de duur van 00:00:49 uur
- Tijd 15:56:36 uur voor de duur van 00:08:35 uur
- Tijd 16:05:26 uur voor de duur van 00:00:50 uur
- Tijd 16:58:59 uur voor de duur van 00:01:30 uur
- Tijd 17:16:41 uur voor de duur van 00:00:27 uur
- Tijd 17:27:27 uur voor de duur van 00:00:24 uur
- Tijd 17:47:10 uur voor de duur van 00:00:10 uur
Uit de logbestanden blijkt dat het telefoonnummer *4430 in totaal 14 keer contact heeft gehad, zowel inkomend als uitgaand, met het telefoonnummer *3205. De laatste keren dat deze telefoonnummers met elkaar contact hadden was op 24-11-2016. Hieronder worden de tijdstippen weergegeven van de tijden dat er contact was op donderdag 24-11-2016:
- Tijd 12:17:21 uur voor de duur van 00:01:25 uur
- Tijd 13:38:57 uur voor de duur van 00:00:06 uur
- Tijd 15:43:52 uur voor de duur van 00:04:24 uur
- Tijd 15:55:07 uur voor de duur van 00:00:35 uur
- Tijd 16:24:22 uur voor de duur van 00:00:05 uur
- Tijd 19:07:28 uur voor de duur van 00:00:20 uur
In de inbox van het telefoonnummer *4430 stonden 22 sms-berichten.
Uit de contactenlijst van telefoonnummer 4312 blijkt dat er in totaal 4 contacten op de SIM kaart
staan opgeslagen. Dit betreft telefoonnummers behoren bij de contactnamen Beltegoed, Klantenservice, Opwaarderen en Voicemail. De telefoon was verder leeg.
24.
Een geschrift, zijnde een extractierapport [het hof begrijpt: met betrekking tot telefoonnummer *3205], als bijlage gevoegd bij het hiervoor vermelde proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 15] van 28 november 2016, zaaksdossier doorgenummerde pagina 84.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
SMS-berichtenMap: inbox
Partij: [naam provider]
Tijd: 16-11-2016 05:46:41
Bericht: Welkom in Verenigd Koninkrijk!
25.
Een geschrift, zijnde een extractierapport, als bijlage gevoegd bij het hiervoor vermelde proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 19] en [verbalisant 15] van28 november 2016, zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 74-78.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Casusnaam: Telefoon [medeverdachte 1]
sms-berichten
Map
Partij
Tijd
Bericht
Inbox
[naam provider]
16-11-2016
06:22:11
Welkom in Verenigd Koninkrijk!
Sent
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
17:55:53
Warm
Inbox
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
17:56:50
Oke spreek je vanavond wel even oke
Sent
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
17:57:18
Oke
Inbox
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
17:57:55
Oke baasie
Sent
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
17:59:20
Bedoel het koude voor oogjes toe
Inbox
[telefoonnummer 3]
Mo
22-11-2016
18:00:18
Oke dorpsgek haha
Sent
[telefoonnummer 3]
Mo
24-11-2016
17:04:03
[adres 2]
Inbox
[telefoonnummer 3]
Mo
24-11-2016
17:04:58
Oke
26.
Een proces-verbaal verhoor verdachte van 25 november 2016, opgemaakt doormr. S. Jongeling, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 230-232.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[medeverdachte 2]:
Het klopt dat ik gisteren in een Mercedes Vito heb gereden. Het klopt dat ik later in Purmerend in een Citroën ben gaan zitten. De bestuurder van de Citroën is toen in de bus gaan zitten. U vraagt mij waarom ik in de Citroën ben gaan zitten. Dat was mij gevraagd. Volgens mij moest met de bus een lading worden bezorgd. Het klopt dat ik vervolgens lang bij een [naam tankstation] tankstation heb gewacht. Dat was mij gevraagd door de persoon die in de bus is gaan zitten. Dat is inderdaad meneer [medeverdachte 1] .

28.Een proces-verbaal verhoor verdachte van 25 november 2016, opgemaakt doormr. S. Jongeling, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 274-276.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van [medeverdachte 1] :Het klopt dat ik gisteren ben aangehouden bij een loods in Purmerend. Ik was toen de bestuurder van de Mercedes-bus. Het klopt dat er iemand naast mij zat. Dat was inderdaad [verdachte] . U vraagt mij waar [verdachte] en ik op weg naar toe waren in de bus. Naar de andere heer. U vraagt mij of ik de heer bedoel die ik eerder had ontmoet. Ja, [medeverdachte 2] . U vraagt mij of die nog bij het [naam tankstation] tankstation stond te wachten. Ja. U vraagt mij wat de bedoeling was. Dat het vervoerd zou worden. U vraagt mij wat vervoerd zou worden. De spullen die in de bus waren gezet. [medeverdachte 3] en [verdachte] hebben dus in de loods spullen in de bus gezet.

29.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 20] en [verbalisant 21] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 277-283.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als tegenover voornoemde verbalisanten afgelegde verklaring van
[medeverdachte 1]:
Afgelopen donderdag [het hof begrijpt: 24 november 2016] ben ik rond 3 uur ‘s middags weggegaan vanuit Rotterdam naar Purmerend. Ik ben in de Citroën C2 van mijn zus gegaan. Ik heb in Purmerend de bus overgenomen van die ander. Met ‘bus’ bedoel ik de Mercedes Vito, waarin ik ben aangehouden. ‘Die ander’ is de heer [medeverdachte 2] . Daarna ben ik naar de plaats gereden waar ik moest zijn. Dit was een bedrijfspand aan [straatnaam van adres 1] . Daar is een overheaddeur opengegaan. Ik heb de Mercedes naar binnen gereden. De overheaddeur is daarna dichtgegaan. In het bedrijfspand heb ik 10 dozen uitgeladen. In de dozen zat droogijs. Ik heb ook twee rolcontainers uit de Mercedes geladen. Daarna was de Mercedes leeg. Er was nog 1 persoon aanwezig. Hij was ongeveer 25 jaar, ongeveer 180 cm, blanke man. Ik heb te horen gekregen waar ik heen moest. Ik krijg de informatie door via de PGP. Dit is een BlackBerry waarmee ik alleen berichten kan sturen en ontvangen. Ik heb donderdagmorgen een berichtje gekregen op de PGP-telefoon. In het berichtje stond dat ik rond 4 uur op [adres 1] in Purmerend moest zijn. Daar zou iets geladen worden. U vraagt wat er gebeurde nadat ik de spullen had uitgeladen. De persoon die ook in de loods was ging daarna weg met een auto. De persoon die weg was gegaan kwam daarna terug in een andere auto en nog een andere persoon. Ik weet dat de tweede persoon [naam 6] heet. Hij is ongeveer 185 cm, blanke man, kort haar, vrij mager postuur, ongeveer 40/50 jaar. Deze persoon wordt in dit proces-verbaal verder de oudere genoemd. Ik zag dat in de hal drie dichte containers zaten. Ik zag dat de containers met een vorkheftruck in de Mercedes-bus werden gezet. Degene die op de vorkheftruck zat was de jongere. De jongen die al in het bedrijfspand was toen ik aankwam. Deze jongen heeft alle drie de containers in de Mercedes gezet. Ik stond naast de Mercedes toen ze aan het inladen waren. De andere man was degene met de vorkheftruck aan het begeleiden, zoals de container verder de Mercedes induwen. Toen ze klaar waren met inladen, ben ik ingestapt in de Mercedes als bestuurder. De persoon die later aankwam is bij mij ingestapt als passagier. De overheaddeur werd daarop opengedaan door de jongere man, die ook de heftruck had bestuurd. Daarop heb ik de Mercedes uit het bedrijfspand gereden.
Ik raakte toentertijd in gesprek met iemand via een gemeenschappelijke kennis. Dat is een aantal weken geleden geweest. Deze persoon benaderde mij voor dit werk. Ze vroegen mij of ik medicijnen wilde rijden. Ik had wel een idee dat het geen medicijnen waren die ik zou vervoeren. U zegt dat er op een gegeven moment een telefoongesprek is geweest met meneer [medeverdachte 2] , waarbij deze persoon ook contact heeft met een politieagent. Dat was ik. Ik moest, nadat ik uit het bedrijfspand was gereden, naar het pompstation rijden. Ik denk dat het de [naam tankstation] was. De informatie waar ik heen moest rijden kwam van degene die verder moest rijden. Ik kreeg de opdracht om naar het pompstation te gaan van degene die verder moest rijden. Ik zou de Mercedes overdragen aan iemand anders. De Mercedes is van een verhuurbedrijf, genaamd [bedrijfsnaam 4] . Ik heb de Mercedes gehuurd. Volgens mij hadden de containers als bestemming Engeland.
30.
Een proces-verbaal verhoor verdachte van 29 november 2016, opgemaakt door mr. S. Jongeling, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 284-286.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[medeverdachte 1] :Het was de bedoeling dat ik met de Mercedes-bus terug zou rijden naar het tankstation. Daar zou
[medeverdachte 2] nog steeds zijn. [medeverdachte 2] zou dan in de bus stappen en ik zou weer in de Citroën stappen. U zegt tegen mij dat er een boekingsbevestiging is aangetroffen van rederij Stena Line. Dat klopt. Ik heb die boeking gemaakt. U vraagt mij of dat woensdag [het hof begrijpt: op 23 november 2016] was. Ja. De vrachtbrief die is aangetroffen, heb ik donderdag [het hof begrijpt: op 24 november 2016] gekregen, in Rotterdam. U vraagt mij of ik de twee mannen die ik donderdag in de loods heb gezien al eens eerder had gezien. Ik had de oudere man eerder gezien. Dit is de man die door de jongere man is opgehaald. U vraagt mij wanneer ik de oudere man eerder had gezien. Eerder op donderdag zelf maar ook eerder in de dagen voor donderdag. U vraagt mij of dat in Rotterdam was. Ja.
31.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 30 november 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 20] en [verbalisant 22] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 287-291.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover voornoemde verbalisanten afgelegde verklaring van
[medeverdachte 1] :Ik heb de Mercedes iets langer dan een week voor de donderdag [het hof begrijpt: 24 november 2016] gehuurd en zou deze auto maandag 28 november 2016 terug brengen. Ik heb die auto gehuurd omdat een ander daar dat mee zou gaan vervoeren. Het was overduidelijk dat meneer [medeverdachte 2] met deze Mercedes zou gaan rijden. Ik heb die Mercedes een paar dagen daarvoor bij [medeverdachte 2] gebracht. Ik had een rood telefoontje gekregen, waarmee ik contact met [medeverdachte 2] had. Daar stonden drie nummers in voorgeprogrammeerd. Met deze nummers moest ik bellen. Ik heb een
PGP-telefoon gekregen van dezelfde persoon als de man, waar ik die rode telefoon van heb gekregen. Op die PGP-telefoon heb ik via een emailbericht de opdracht gekregen om naar dat tankstation te gaan. Verder stond daar in hoe laat, waar en wat ik moest gaan doen. Ik moest naar een bedrijfspand toe. Van tevoren is mij gezegd dat de bus naar Engeland moest. Meneer [medeverdachte 2] zou dit transport naar Engeland verzorgen, voor zover ik weet. Hij zou dat via de Stena Line gaan doen. Ik moest dat voor hun regelen/boeken. Ik heb de boeking per telefoon geregeld. De periode was donderdag 24 november heen en vrijdag 25 november retour.
32.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 januari 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 17] en [verbalisant 16] , zaaksdossier doorgenummerde pagina’s 292-300.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover voornoemde verbalisanten afgelegde verklaring van
[medeverdachte 1] :U zegt mij dat u van mij in beslag hebt genomen een mobiele telefoon [telefoonnummer 2] , waarin de contacten Ik, Mo en Oogjes toe staan. Oogjes toe is meneer [medeverdachte 2] en Mo is meneer [verdachte] . Ik heb deze telefoon sinds een paar dagen voor 24 november 2016. U zegt dat ik met deze telefoon met regelmaat contact heb met meneer [medeverdachte 2] en meneer [verdachte] en u vraagt waarom. We moesten elkaar bellen om af te spreken. Als we elkaar dan fysiek zagen werden er daadwerkelijk afspraken over wat te doen gemaakt. U vraagt wat er in de Vito-bus naar Engeland vervoerd zou worden. Zogenaamd medicijnen. Ik had daar wel mijn bedenkingen bij. Ik had er het gevoel bij dat ik in ieder geval niet ermee naar Engeland wilde rijden. Toen ze doorkregen dat ik dit niet wilde doen met verboden middelen hebben ze [medeverdachte 2] ingeschakeld. Ik ging alleen. Ik ben niet met [medeverdachte 2] samen naar Engeland geweest. Ik weet ook niet of hij dan leeg of met verboden middelen die kant op is gegaan. Voor mijn werkzaamheden op 24 november 2016 heb ik gekregen wat ik in mijn fouillering had, 1000 euro. U vraagt wat [medeverdachte 3] en ik hebben gedaan nadat de Vito naar binnen was gereden en de deur was gesloten. Ik heb die spullen eruit gehaald. Ik heb het ijs en de bakken eruit gehaald. Ik zag bakken, ik had er twee meegebracht en nu waren het er drie. Een van beide mannen heeft de drie bakken (iso-bakken op wielen) met de vorkheftruck in de Vito-bus gezet. Ik heb de bakken vastgezet met spanbanden. Over de telefoon spreek ik alleen met [verdachte] . Nadat ik telefonisch met [verdachte] heb gesproken, spreek ik met hem ergens af om een opdracht van hem door te nemen. Ik heb [medeverdachte 2] voor 24 november 2016 één keer gezien. Dat was op initiatief van [verdachte] . Dit was om elkaar voor te stellen.
33.
Een proces-verbaal verhoor getuige van 19 mei 2017, opgemaakt door mr. H.A. Stalenhoef, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, los stuk.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[medeverdachte 3] :Het klopt dat ik op 24 november 2016 in de loods op het adres [adres 1] aanwezig was. Ik ben de huurder en de gebruiker van die loods. Het busje waar de verdovende middelen in zijn aangetroffen kwam naar binnen rijden. Ik zag die bakken staan, omwikkeld met folie. Ik heb die bakken in de wagen gezet omdat ik met een vorkheftruck overweg kan.
Het klopt dat ik met een voertuig de loods ben uitgereden en enige tijd later met een ander voertuig en met de heer [verdachte] naast mij ben teruggekomen. [medeverdachte 1] had mij gevraagd om [verdachte] op te pikken bij de snackbar.
34.
De verklaring van de getuige [medeverdachte 3] , afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van29 oktober 2021.Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
De snackbar waar ik meneer [verdachte] heb opgehaald, was op de [straatnaam van adres 2] .
[verdachte] en [medeverdachte 1] bevonden zich beneden in de loods. Ze stonden bij de nog draaiende vorkheftruck.
35.
Een geschrift, zijnde een kennisgeving van inbeslagneming, beslagdossier doorgenummerde pagina 116.Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
InbeslagnemingPlaats: [straatnaam van adres 2] , Purmerend.
Datum en tijd: 24 november 2016 te 22.15 uur.
Voertuig: Personenauto
Merk/type: Mercedes-Benz S500
36.
Een proces-verbaal verhoor getuige van 19 mei 2017, opgemaakt door mr. H.A. Stalenhoef, rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank Noord-Holland, los stuk.Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van
[medeverdachte 2] :Ik had Engelse Ponden bij mij omdat ik medicijnen naar Engeland moest brengen.
37.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van16 november 2017.Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik zou op 24 november 2016 in Purmerend bij een patatzaak worden opgehaald. [medeverdachte 1] had gezegd: ‘kom daar en daar maar heen’. Dat was het adres van een patatzaak. Ik heb mijn Mercedes daar neergekwakt. Op een gegeven moment kwam [medeverdachte 3] aanrijden. Ik ben ingestapt en met [medeverdachte 3] naar een loods gereden. Het klopt dat op het moment dat wij werden aangehouden, [medeverdachte 1] in de Mercedes [het hof begrijpt: Vito] reed terwijl ik naast [medeverdachte 1] zat.
De hiervoor vermelde bewijsmiddelen, voor zover het geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef, onder 5° van het Wetboek van Strafvordering betreffen, zijn telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.
Oplegging van straffen
De rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf van 7 jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaren.
De raadsman heeft, kort weergegeven, aangedragen dat bij een strafoplegging rekening gehouden dient te worden met de overschrijding van de redelijke termijn. Verder dient rekening gehouden te worden met de nieuwe wetgeving omtrent de voorwaardelijke invrijheidstelling. De raadsman verzoekt de verdachte een straf op te leggen gelijk aan de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het met anderen uitvoeren van bijna 300 kilogram/liter MDMA, cocaïne en amfetamine-base. Deze stoffen zijn schadelijk voor de gezondheid van personen. Gelet op de grote hoeveelheid en het feit dat de drugs als bestemming Engeland hadden, kan het niet anders dan dat de drugs, die miljoenen euro’s waard waren, bestemd waren tot verdere verkoop. De verdachte heeft – door te handelen als hiervoor omschreven – kennelijk uit winstbejag en met voorbijzien aan de risico’s voor de gezondheid een rol gespeeld bij het uitvoeren met als doel het op de buitenlandse markt brengen van voornoemde drugs. De verspreiding van en handel in harddrugs gaat gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, zoals aantasting van het financiële verkeer door het met de handel in verdovende middelen gepaard gaande witwassen en geweldsdelicten, waarvan niet zelden onschuldige burgers het slachtoffer worden. Het hof neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij heeft bijgedragen aan het in stand houden van dit criminele circuit. De ernst van het bewezenverklaarde maakt dan ook dat niet kan worden volstaan met de oplegging van een andere dan een langdurige vrijheidsbenemende straf.
Het hof heeft acht geslagen op de straffen die voor het in-en uitvoeren van harddrugs plegen te worden opgelegd en die hun weerslag vinden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierin wordt voor het in- of uitvoeren van meer dan 20.000 gram drugs in een georganiseerd verband een gevangenisstraf van 72 maanden (zijnde 6 jaren) of meer genoemd. Het hof zal deze straf dan ook als uitgangspunt nemen.
In strafverzwarende zin weegt het hof mee dat de verdachte en zijn medeverdachten meer dan 10 keer zoveel drugs hebben uitgevoerd als in het oriëntatiepunt wordt genoemd. Daarmee acht het hof de door de rechtbank opgelegde gevangenisstraf van 7 jaren in beginsel passend.
In de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ziet het hof geen aanleiding om de straf te matigen. De verdachte heeft weliswaar een baan en lijkt zijn leven op orde te hebben, maar dit legt onvoldoende gewicht in de schaal ten opzichte van de ernst van het bewezenverklaarde.
In hoger beroep is de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) in aanzienlijke mate overschreden. Ter compensatie daarvan zal het hof in plaats van de hiervoor genoemde straf, een gevangenisstraf voor de duur van
6 jaren opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van
voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Beslissingen ten aanzien van het beslag
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 1.095,00 behoort aan de verdachte toe. Niet is gebleken dat het geldbedrag op grond van één van de in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht genoemde gronden vatbaar is voor verbeurdverklaring, met name nu niet is gebleken dat het geldbedrag door middel van of uit de baten van het strafbare feit is verkregen. Het geldbedrag zal dan ook aan de verdachte worden teruggegeven.
Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de Nokia duo sim-telefoon, een in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, aangezien de verdachte met die telefoon contact had met de medeverdachten. Het voorwerp behoort de verdachte toe. Het zal daarom worden verbeurd verklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a en 47 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- [telefoon]
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- [geldbedrag] .
Heft ophet – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. N. van der Wijngaart en mr. M. Gonggrijp-van Mourik, in tegenwoordigheid van mr. C.H. Sillen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 november 2021.
De jongste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.