Uitspraak
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Gerechtshof Amsterdam
Op 9 februari 2021 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 9 april 2019 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van opzettelijk handelen in strijd met een verbod zoals gesteld in artikel 3 onder B van de Opiumwet. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd ten aanzien van de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren en 40 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis vervangen kan worden indien de taakstraf naar behoren wordt verricht. Voor het overige is het vonnis waarvan beroep bevestigd. De relevante wettelijke voorschriften die zijn toegepast zijn de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 22c en 22d van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.