ECLI:NL:GHAMS:2021:467

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
9 februari 2021
Publicatiedatum
17 februari 2021
Zaaknummer
200.288.721/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake B.V. tegen KOOKAI S.A.S. met betrekking tot civiele rechtszaak

In deze zaak heeft appellante, een besloten vennootschap (B.V.), hoger beroep ingesteld tegen KOOKAI S.A.S., een onderneming gevestigd in Aubersvilliers. De zaak betreft een civiele rechtszaak die eerder door de rechtbank is behandeld. De appellante heeft de geïntimeerde bij exploot opgeroepen om in hoger beroep te verschijnen. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 9 februari 2021 een tussenarrest gewezen, waarin het hof heeft besloten om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Dit is bedoeld om inlichtingen te verkrijgen, een minnelijke regeling te beproeven en het verdere verloop van het hoger beroep te bespreken, inclusief mogelijke mediation en bewijsvoering. Het hof heeft bepaald dat partijen, of hun vertegenwoordigers, in persoon moeten verschijnen voor de raadsheercommissaris, mr. A.P. Wessels, in het Paleis van Justitie in Amsterdam. Tevens zijn er termijnen gesteld voor het indienen van processtukken en het opgeven van verhinderdagen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat er nog geen definitieve uitspraak is gedaan over de inhoudelijke zaak.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht
zaaknummer : 200.288.721/01
zaaknummer rechtbank : C/13/667501/ HA ZA 19-614
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 9 februari 2021
inzake
[appellante] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. R. Teitler te Amsterdam,
tegen
KOOKAI S.A.S.,
gevestigd te Aubersvilliers,
geïntimeerde,
advocaat: mr. H.A.P. Pijnacker te Tilburg.

1.Het geding in hoger beroep

Appellante heeft bij exploot geïntimeerde aangezegd in hoger beroep te komen van een of meer tussen partijen in de onderhavige zaak gewezen vonnissen, met dagvaarding van geïntimeerde voor dit hof.
De zaak is op de rol ingeschreven en geïntimeerde is bij advocaat verschenen.

2.Beoordeling

Het hof ziet aanleiding om een mondelinge behandeling van partijen te gelasten. Het doel is het verkrijgen van inlichtingen, het beproeven van een minnelijke regeling en/of het bespreken van het verdere verloop van het hoger beroep, waarbij onder meer mediation, bewijsvoering en/of rapportage door deskundigen aan de orde kunnen komen. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
bepaalt dat partijen in persoon respectievelijk, voor zover partijen rechtspersoon zijn, vertegenwoordigd door iemand die van de zaak op de hoogte en tot het geven van de verlangde inlichtingen in staat is en die bevoegd is (door schriftelijke machtiging of anderszins) tot het aangaan van een schikking, tezamen met hun advocaten zullen verschijnen voor het tot raadsheercommissaris benoemde lid van het hof mr. A.P. Wessels, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie, IJdok 20 te Amsterdam, op een nader te bepalen tijdstip, tot het hiervoor onder 2 omschreven doel;
bepaalt dat partijen binnen 2 weken na heden op de rol van 23 februari 2021 hun verhinderdagen en die van hun advocaten voor de eerstkomende 4 maanden kunnen opgeven, waarna het hof de dag en het tijdstip van de mondelinge behandeling zal vaststellen, in welk geval behoudens klemmende redenen of overmacht geen uitstel van de mondelinge behandeling meer zal worden verleend;
bepaalt dat de datum van de mondelinge behandeling na aanbrengen in het roljournaal vermeld zal worden;
bepaalt dat appellante uiterlijk 4 weken na heden een kopie van het volledige procesdossier (de stukken van de eerste aanleg met inbegrip van de producties en de appeldagvaarding) in tweevoud zal indienen bij het hof (roladministratie – team handel);
bepaalt dat partijen uiterlijk 2 weken vóór de dag van de mondelinge behandeling de stukken waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, in kopie over zullen leggen door toezending aan het hof (roladministratie – team handel) en de wederpartij;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en A.R. Sturhoofd en in het openbaar uitgesproken op 9 februari 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.