ECLI:NL:GHAMS:2021:69

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 januari 2021
Publicatiedatum
20 januari 2021
Zaaknummer
200.213.691/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar schade aan een freesmachine verzekerd onder een machinebreukverzekering

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. tegen Witec Fijnmechanische Techniek B.V. over schade aan een tweedehands freesmachine die door Witec is aangeschaft en verzekerd is bij Delta Lloyd. Het hof heeft eerder op 7 juli 2020 een tussenarrest uitgesproken waarin werd geconcludeerd dat een deskundige benoemd moest worden om de oorzaak en omvang van de schade vast te stellen. In de huidige uitspraak van 19 januari 2021 heeft het hof de benoeming van een deskundige bevestigd en de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld op € 8.210,- inclusief btw, die door beide partijen gelijkelijk moeten worden gedragen.

Het hof heeft de deskundige de opdracht gegeven om de oorzaak van de storingen aan de freesmachine te onderzoeken, waarbij partijen van mening verschillen over de vraag of de schade het gevolg is van bestaande gebreken of van onvoorziene schade. Delta Lloyd stelt dat de machine bij aankoop al gebreken vertoonde, terwijl Witec betoogt dat de machine na aankoop zonder problemen heeft gefunctioneerd. De deskundige moet in zijn rapportage ingaan op de specifieke disfuncties van de hoofdspindel en de zwenktafel, de aard en omvang van de herstelwerkzaamheden en de bijbehorende kosten. Het hof heeft de deskundige ook gewezen op zijn verplichtingen volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waaronder het betrekken van partijen bij het onderzoek.

De verdere procedure is aangehouden totdat het deskundigenrapport is ingediend, waarna beide partijen de gelegenheid krijgen om op het rapport te reageren. Het hof heeft benadrukt dat de deskundige zelfstandig zal opereren en dat de kostenstructuur van de deskundige niet onredelijk wordt geacht. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken en de verdere behandeling van de zaak zal volgen na het deskundigenonderzoek.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.213.691/01
zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/601184 / HA ZA 16-98
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 januari 2021
inzake
DELTA LLOYD SCHADEVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
tevens incidenteel geïntimeerde,
advocaat: mr. T. Mulder te Almere,
tegen:
WITEC FIJNMECHANISCHE TECHNIEK B.V.,
gevestigd te Ter Apel,
geïntimeerde,
tevens incidenteel appellante,
advocaat: mr. A.K. Doornbosch te Assen.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna wederom Delta Lloyd en Witec genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 7 juli 2020 een tussenarrest uitgesproken. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot aan die datum wordt naar het tussenarrest verwezen.
Partijen hebben zich ieder bij akte uitgelaten over het voornemen van het hof om een deskundige te benoemen.
Ten slotte hebben partijen wederom arrest gevraagd.

2.De verdere beoordeling

2.1.
In het tussenarrest heeft het hof geconcludeerd dat een expertise van een deskundige nodig is om in deze zaak verdere beslissingen te kunnen nemen.
Het hof heeft overwogen dat vooralsnog kan worden volstaan met de opdracht aan een deskundige om de oorzaak en de omvang van alle schades vast te stellen, waarbij alle (te begroten) kosten zoveel als mogelijk uitgesplitst en gespecificeerd dienen te worden. Het hof heeft voorgesteld dhr. ing. [deskundige] NIVRE Register-Expert van het expertisebureau [bedrijf] te [vestigingsplaats] als deskundige te benoemen.
2.2.
Partijen hebben bij akte ingestemd met de benoeming van [deskundige] als deskundige. Partijen hebben geen opmerkingen gemaakt over de door het hof beoogde vraagstelling.
2.3.
De deskundige heeft met het oog op het te bepalen voorschot een inschatting gemaakt van de door hem te maken kosten. Hij heeft een voorschot gevraagd van € 8.210,- inclusief btw. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de offerte van de deskundige.
2.4.
Delta Lloyd heeft per e-mail de vraag gesteld waarom de deskundige over de te maken reiskosten zowel 6% kantoorkosten als btw in rekening brengt en of dit misschien op een vergissing berust. Desgevraagd heeft de deskundige het hof laten weten dat de verhoging met 6% kantoorkosten geen vergissing is, maar dat dit de reguliere opbouw is van de kostenstructuur van [bedrijf] .
2.5.
Witec heeft per e-mail bericht geen bezwaar te hebben tegen de kostenbegroting.
2.6.
Het hof zal ing. [deskundige] als deskundige benoemen en het voorschot vaststellen op het bedrag zoals dat door hem is begroot. Het voorschot zal ten laste van beide partijen worden gebracht, ieder voor de helft daarvan. Voor zover de opmerkingen van Delta Lloyd over het in rekening brengen van kantoorkosten over de reiskosten als een bezwaar daartegen moet worden opgevat, wordt dat verworpen. De deskundige kan zijn werkzaamheden en kosten in rekening brengen op de gebruikelijk door zijn werkgever bepaalde wijze. Het hof acht de gehanteerde kostenstructuur niet onredelijk.
De deskundige dient het onderzoek zelf uit te voeren. Als hij het nodig acht om derde‑deskundigen in te schakelen, dient hij daartoe eerst een verzoek in te dienen bij het hof, waarop het hof – gehoord partijen – zal beslissen.
2.7.
In het tussenarrest is al uiteengezet waarom het hof het nodig vindt dat een deskundigenonderzoek plaats zal vinden. Kort samengevat gaat het om het volgende.
Witec heeft eind 2008 een tweedehands freesmachine aangeschaft. Deze freesmachine is verzekerd onder de machinebreukverzekering van Delta Lloyd. Gedurende de looptijd van de verzekering zijn storingen opgetreden aan de freesmachine. Partijen maken onderscheid tussen defecten aan de hoofdspindel en aan de zwenktafel. Bij de defecten aan de hoofdspindel worden drie disfuncties van elkaar onderscheiden.
Volgens Delta Lloyd had de freesmachine bij de aankoop door Witec al één of meerdere gebreken. In dat geval is volgens Delta Lloyd niet voldaan aan de voorwaarde voor dekking dat het moet gaan om een plotselinge en onvoorziene materiële beschadiging van de freesmachine ten gevolge van een onzekere gebeurtenis.
Witec bestrijdt dat sprake is van schade als gevolg van bestaande gebreken. Zij wijst er onder andere op dat zij een uitgebreide aankoopkeuring heeft laten uitvoeren en nadat de freesmachine in gebruik is genomen, deze ruim anderhalf jaar zonder problemen heeft gefunctioneerd.
Het hof heeft behoefte aan deskundige voorlichting over de (uiteindelijke) oorzaak van de opgetreden storingen en schade en de vraag naar de omvang van de schade die voor vergoeding in aanmerking komt. Hierna zal de concrete vraagstelling worden vermeld.
2.8.
Nadat de deskundige zijn rapport bij het hof heeft ingediend zullen – eerst Delta Lloyd en daarna Witec – in de gelegenheid worden gesteld bij memorie op het deskundigenrapport te reageren.
2.9.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Wat is uw oordeel over de oorzaak van de door partijen genoemde disfuncties van de hoofdspindel en het defect aan de zwenktafel? Kunt u dat per disfunctie/defect expliciteren?
Kunt u per disfunctie/defect uw oordeel geven over de aard en omvang van de benodigde herstelwerkzaamheden en de daarmee gemoeide kosten, mede in het licht van hetgeen partijen daarover hebben aangevoerd? U wordt verzocht alle (te begroten) kosten zoveel als mogelijk uit te splitsen en te specificeren. Kunt u bij uw oordeel ook specifiek ingaan op de werkzaamheden of reparaties die in verband met iedere disfunctie/ieder defect daadwerkelijk zijn uitgevoerd en op de noodzaak en de omvang van de kosten daarvan?
Heeft u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
ing. [deskundige] NIVRE Register-Expert
[bedrijf]
[adres]
[vestigingsplaats]
[postadres]
[vestigingsplaats]
bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest en het tussenarrest van 7 juli 2020 aan de deskundige zal toezenden;
bepaalt dat beide partijen onmiddellijk na betaling van het (volledige) voorschot kopieën van de overige gedingstukken aan de deskundige zullen doen toekomen, alsmede, na een verzoek daartoe van de deskundige, de andere door deze noodzakelijk geachte stukken, voor zover mogelijk;
wijst de deskundige op het bepaalde in artikel 198 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, met name op de verplichting om bij het onderzoek partijen in de gelegenheid te stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen en om in het schriftelijk bericht te doen blijken dat aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding van de inhoud van de opmerkingen en/of verzoeken;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek overigens zelfstandig – in de zin van artikel 198 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat wil zeggen niet onder leiding van het hof – zal verrichten en dat dit zal plaatsvinden op een door de deskundige te bepalen tijdstip;
bepaalt dat de deskundige een voorschot toekomt van € 8.210,- inclusief btw;
bepaalt dat beide partijen € 4.105,- inclusief btw als voorschot op de kosten van de deskundige dienen te voldoen, partijen zullen daarvoor van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak een nota ontvangen met betaalinstructies;
bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van het (volledige) voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen;
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk, ondertekend bericht zal inleveren bij het hof vóór 6 april 2021;
bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit bericht zijn declaratie met kostenspecificatie bij het hof zal indienen onder vermelding van zaaknummer 200.213.691/01;
bepaalt dat Delta Lloyd vervolgens op een termijn van vier weken in de gelegenheid wordt gesteld een memorie na deskundigenbericht te nemen, waarna Witec op een termijn van vier weken een antwoord-memorie na deskundigenbericht kan nemen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Hoekzema, J.W.M. Tromp en M.M. Korsten-Krijnen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2021.