ECLI:NL:GHAMS:2022:1642

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
31 mei 2022
Zaaknummer
23-003800-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld na onvoldoende bewijs van betrokkenheid verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 oktober 2019. De verdachte was beschuldigd van diefstal met geweld, gepleegd op 10 augustus 2017 in Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het dwingen van een benadeelde tot de afgifte van mobiele telefoons en/of geld door middel van geweld of bedreiging met geweld, waaronder het gebruik van een pepperspraybusje. Tijdens de zittingen in hoger beroep op 10 maart en 3 mei 2022 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkenheid van de verdachte niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden bewezen. Hoewel er een DNA-mengprofiel op het pepperspraybusje was aangetroffen dat afkomstig was van de verdachte, en een verbalisant sterke gelijkenissen opmerkte met de verdachte op camerabeelden, was dit onvoldoende om buiten redelijke twijfel vast te stellen dat de verdachte de dader was. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden. De kosten werden door beide partijen zelf gedragen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003800-19
datum uitspraak: 17 mei 2022
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 4 oktober 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-654034-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1996,
adres: [adres 1] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 maart 2022 en 3 mei 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primairhij op of omstreeks 10 augustus 2017 te Amsterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] heeft gedwongen tot de afgifte van een aantal mobiele telefoons en/of een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel] (gevestigd [adres 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij verdachte;
  • een pepperspraybusje op die [benadeelde] en/of [slachtoffer] heeft gericht en/of
  • (daarbij) op dreigende toon heeft gezegd: "Dit is een overval" en/of "Doe de telefoons in de tas", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • met pepperspray in het gezicht van die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft gespoten en/of
  • die [benadeelde] tegen het hoofd heeft geslagen.
subsidiairhij op of omstreeks 10 augustus 2017 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde] te dwingen tot de afgifte van een aantal mobiele telefoons en/of een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [winkel] (gevestigd [adres 2] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
  • een pepperspraybusje op die [benadeelde] en/of [slachtoffer] heeft gericht en/of
  • (daarbij) op dreigende toon heeft gezegd: "Dit is een overval" en/of "Doe de telefoons in de tas", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
  • met pepperspray in het gezicht van die [benadeelde] en/of die [slachtoffer] heeft gespoten en/of
  • die [benadeelde] tegen het hoofd heeft geslagen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Het hof is, met de advocaat-generaal en de verdediging, van oordeel dat niet met de voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid is komen vast te staan dat de verdachte de dader is van de tenlastegelegde diefstal met geweld, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken. De omstandigheden dat op het busje pepperspray een DNA-mengprofiel is aangetroffen waarbij het celmateriaal afkomstig
kanzijn van de verdachte en dat verbalisant [verbalisant] verklaart dat de foto van de verdachte sterke gelijkenissen vertoont met de persoon op de camerabeelden maken niet dat daarmee buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die deze diefstal met geweld heeft gepleegd.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom niet worden ontvangen in de vordering.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair of subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. van Eijk, mr. N.A. Schimmel en mr. H.A.G. Nijman, in tegenwoordigheid van mr. P.E. de Wildt, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 mei 2022.