Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante 1] B.V.,
[appellante 2] B.V.,
[appellante 3] B.V.,
1.De zaak in het kort
subject to contract). Partijen hebben vervolgens een exclusiviteitsovereenkomst gesloten. Uiteindelijk heeft TMF zich teruggetrokken uit de onderhandelingen. [appellanten] hebben nakoming van de koopovereenkomst gevorderd en voorts gesteld dat TMF afspraken over exclusiviteit heeft geschonden door met een concurrent gesprekken te voeren over samenwerking. [appellanten] hebben TMF daarnaast aansprakelijk gesteld voor het positief dan wel het negatief contractsbelang. De rechtbank heeft geoordeeld dat het TMF niet vrij stond de onderhandelingen af te breken zonder vergoeding van de in het kader van de onderhandeling door [appellanten] gemaakte kosten. In dit hoger beroep beoordeelt het hof de vorderingen van [appellanten] opnieuw.
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
payrolling servicesaan internationale bedrijven (in Nederland) met grensoverschrijdende activiteiten en internationale opdrachten voor werknemers.
human resource management.
(…) Switching to English so my English colleagues can read along.
- Due diligence – completion of due diligence on the Business, including areas outlined below in the Proposed Process and Timing section.(…)
- Change of control – all necessary consents, approvals or waivers under applicable change of control provisions in the Business’ material contracts, licenses or other arrangements will be obtained prior to completion, unless and to the extent otherwise agreed.(…)
- Documentation – finalisation of transaction documentation covering the key commercial terms of the transaction, on terms satisfactory to TMF Group. The transaction documents will be governed by Dutch Law with the courts in Amsterdam having exclusive jurisdiction(…)
- TMF Group approvals – the approval of TMF Group’s Board will be required to enter into binding agreements.(…)
- Costs – Each party will assume its own legal costs, taxes (if any) and other fees surrounding the Transaction. (…)
Sellers”) en Exterus Holding een door (de adviseurs van) TMF opgestelde
Exclusivity Letteraan TMF (als “
Buyer”) aangeboden, welke door TMF is aanvaard (dit document hierna ook te noemen: de EL). De EL luidt voor zover hier van belang als volgt:
Exclusivity
2.Buyer Undertakings
3.Heads of terms
4.Remedies
5.General
(…)
6.Definitions
BACKGROUND”) als volgt verwezen naar de IO en de EL als achtergrond van de in de concepten uitgewerkte voorgenomen transactie (geciteerd wordt uit het concept van 28 juni 2019):
(…) D The Parties have entered into (i) a letter of intent on 4 April 2019 stipulating the main terms and conditions of the transaction as contemplated by this agreement (“LOI”), and (ii) an exclusivity agreement on 23 April 2019 (“Exclusivity Agreement”). (…)”.
Completion Agendatoegezonden, houdende een schematische weergave van de nog openstaande kwesties.
(...)We met with [naam 2]and [naam 1]this afternoon to tell them that our Senior team has decided that we (…) do not want the payrolling part of the business. There are a number of factors that have contributed to this: new CFO focused on margins, new head of HRP that doesn’t like EOR services unless of scale, and the signing of a partnership agreement in the last 2 weeks with a global EOR provider. (…)”.
4.Beoordeling
the Sellers”) te verwerven, worden de aandeelhouders van Exterus Holding ook genoemd. De IO bevat uitgangspunten voor de verdere onderhandelingen met TMF over de potentiële verkoop van de aandelen in Exterus Holding, met voorbehouden van TMF die naar hun aard bedoeld waren om ook tegen de verkopers te kunnen worden ingeroepen. De IO heeft ook daadwerkelijk als basis voor die verdere onderhandelingen gediend. In de concepten van de koopovereenkomst tussen [appellanten] en TMF wordt op verschillende plaatsen verwezen naar de IO. In het licht hiervan mochten [appellanten] redelijkerwijs niet verwachten dat de IO – ook al was die formeel gericht aan Exterus Holding ter attentie van [naam 1] en [naam 2] en niet uitdrukkelijk mede aan de aandeelhouders van Exterus Holding – slechts een eenzijdige verklaring van TMF was waaraan slechts TMF zelf gebonden was, of dat de IO alleen de doelvennootschap maar niet de verkopende aandeelhouders (
Sellers) bond. Dat [appellante 3] (of [naam 3] ) bij de IO niet betrokken was, maakt dat niet anders.
“The Shareholders of Exterus Holding B.V.”als verkopende partij aan TMF als koper en de EL bevat verplichtingen van de aandeelhouders van Exterus Holding (als verkopers). Het ging daarbij in ieder geval ook om de verplichting dat de potentiële verkopers de doelvennootschap gedurende een bepaalde periode niet aan een andere partij zouden verkopen, een verplichting die bij uitstek relevant is in de relatie tussen de potentiële koper en de verkopers. Op verschillende plaatsen in de concepten voor de koopovereenkomst wordt naar de EL verwezen. Op grond hiervan mocht TMF redelijkerwijs verwachten dat zij de voorbehouden uit de EL konden inroepen tegen [appellanten] ; dat [appellante 3] (of [naam 3] ) de EL niet heeft ondertekend is ook in dit verband onvoldoende om de conclusie te kunnen dragen dat alleen Exterus Holding de voorbehouden uit de EL tegen zich moest laten gelden.
binding agreements are duly entered into”. Dat de EL (mede) ertoe zou dienen de IO volledig te vervangen of buiten werking te stellen, strookt evenmin met het gegeven dat in de overwegingen en de
entire agreement clauseuit de latere concepten van de koopovereenkomst wordt verwezen naar zowel de IO als de EL. Het betoog van [appellanten] dat het concept van de koopovereenkomst een nieuw aanbod was dat de voorbehouden uit de IO en de EL opzij zette, strandt hierop ook. [appellanten] heeft onvoldoende toegelicht waaruit blijkt dat zij door het toegestuurd krijgen van de concept koopovereenkomst de voorbehouden uit de IO en de EL als vervallen mocht beschouwen, te meer daar de verwijzingen naar de IO en de EL in de concept koopovereenkomst op het tegendeel duiden. Dat deze verwijzingen deels in de voorafgaande overwegingen (considerans) staan, doet daaraan niet af. Ook dergelijke overwegingen kunnen een rol spelen bij de uitleg van de concept koopovereenkomst, de IO en de EL en voor de gevolgen van toezending daarvan. In het licht van het oordeel dat de voorbehouden uit de IO en de EL ook na de toezending van de concept koopovereenkomst hun gelding hebben behouden, is het bewijsaanbod van [appellanten] dat ziet op hun stelling dat als de voorbehouden uit de IO in de concept SPA waren opgenomen, zij die niet hadden aanvaard, niet relevant.
subject to contract” en dat “
only on signing definitive agreements shall a legal relationship exist between the parties”. In de EL is vervolgens bepaald dat partijen pas aan een bod gebonden zijn als “
binding agreements are duly entered into”. TMF mocht die bepaling uit de in de IO al aangekondigde EL redelijkerwijs opvatten als voortbouwend op het vereiste van een ondertekende overeenkomst uit de IO.
board approval” – ertoe leiden dat niet kan worden gesproken van gerechtvaardigd vertrouwen van [appellanten] in het tot stand komen van de koopovereenkomst. [appellanten] hebben herhaald dat zij niet gebonden waren aan genoemde voorbehouden en hebben gewezen op het vergevorderde stadium van de onderhandelingen, waarin alleen over een aantal ondergeschikte punten nog geen overeenstemming was bereikt.
uitgebreid en langdurig is onderhandeld over de koopprijs” en met het gegeven dat partijen al vanaf januari 2019 juridische bijstand hadden. Verder geldt dat ook als de contacten tussen partijen na april 2019 zijn geïntensiveerd, dat niet maakt dat de inspanningen voordien, waaronder het maken van de exclusiviteitsafspraak in januari 2019, de presentatie, de IO en de EL, geen betekenis hebben. Begin juli 2019 bevonden de onderhandelingen zich in een vergevorderd stadium. Er waren al verschillende concepten van de SPA gewisseld en besproken, de notariële akten ten behoeve van de overdracht waren in voorbereiding en ondertekening werd op korte termijn verwacht. TMF heeft de onderhandelingen voor [appellanten] onverwacht beëindigd. Uit de e-mail van 3 juli 2019 van Long aan de advocaat van TMF blijkt dat met name interne – buiten de Exterus-groep om gelegen – overwegingen ten grondslag lagen aan deze beëindiging (“
new CFO focused on margins, new head of HRP that doesn’t like EOR services unless of scale”). Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft TMF benadrukt dat aan de e-mail van Long niet te veel waarde moet worden toegekend omdat deze op een vliegveld in haast is verzonden. De e-mail van Long strookt echter met de verklaring van [naam 4] van 29 mei 2020, die heeft toegelicht dat er eind juni 2019 buiten het transactieproces bij TMF drie zaken waren gewijzigd, er was een nieuwe CFO, een nieuwe Head of HR& Payroll en een partnership met Elements. Ook de samenwerking met Elements betreft een omstandigheid die geen betrekking heeft op de Exterus-groep. Dat TMF tijdens de – tijdrovende en kostenintensieve – onderhandelingen ook met Elements in gesprek was over een mogelijke samenwerking heeft TMF bovendien niet aan [appellanten] kenbaar gemaakt.
Na de getekende LOI startte een uitgebreid due diligence onderzoek resulterend in een eerste draft due diligence rapport begin juni. Dit rapport bevatte ‘zero red flags’”. Ook Long heeft over de due diligence gezegd dat dit “
a clean due diligence report” was. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft (de advocaat van) TMF toegelicht dat deze opmerking niet op de financiële, maar alleen op de juridische due diligence zag, maar dat blijkt nergens uit, bijvoorbeeld niet uit een (aanvullende) verklaring van Long.
5.Beslissing
€ 71.649,85;